Iedereen heeft met dit koude natte weer last van opstartproblemen, ook deze grote oeverlibel (Orthetrum cancellatum) moet zich even warmdraaien voor ze kan vliegen.
Weblog
Galileo's middelvinger
Galileo (1564-1642) weigerde, zoals vrijwel iedereen weet, om tegenover de kerk terug te komen op zijn opvatting dat de aarde om de zon draait en niet andersom. Zelf wist hij het katholieke geloof goed te combineren met zijn heliocentrisch wereldbeeld. De kerk was echter niet zo flexibel en bestempelde hem als ketter. Hij werd tot twee maal toe door de inquisitie onderzocht en op hoge leeftijd alsnog met huisarrest bestraft. Na zijn overlijden werd hij in opdracht van de kerk in een bescheiden graf gelegd en het heeft tot 1737 geduurd voor men hem naar een passender mausoleum overbracht. Tijdens de exhumatie van Galileo’s lichaam wist Anton Francesco Gori een aantal vingers, waaronder de middelvinger van Galileo’s rechterhand, en een tand te ontvreemden. Deze relieken zijn nu te bewonderen in het Museo di Storia delle Scienza in Florence waar miljoenen mensen kunnen zien hoe Galileo zijn middelvinger naar de kerk uitsteekt. Het heeft de katholieke kerk drieënhalve eeuw gekost voor zij hun fout inzagen. Pas in 1992 sprak Paus Johannes Paulus II een officieel excuus naar deze grote wetenschapper uit en werd hij alsnog door de kerk als een gelovige erkend.
Lees ook: De genitaliën van Biagio da Cesena.
Kompaskwal (Chrysaora hysoscella)
Een kompaskwal kan behoorlijk pijnlijk steken. Ze zijn makkelijk te herkennen aan de windroosverdeling op hun hoed. Deze heeft meestal zestien roodbruine strepen die straalsgewijs naar buiten wijzen. Aan de rand van de hoed liggen tegenover de lijnen bruine lobben, de lijnen zijn niet altijd aanwezig, deze lobben wel. Ze leven van visjes en andere kleine zeedieren die ze met hun lange dunne tentakels vangen. Hierop zitten veel netelcellen die bij aanraking hun gif in een prooi injecteren. Deze netelarmen liggen in acht groepen van drie aan de rand van de hoed, ze kunnen twee meter lang worden. In het midden onder de hoed hangen de mondarmen die enigszins aan een bruidssluier doen denken en nog langer dan de tentakels kunnen worden. Voor een mens is een steek van een kompaskwal behoorlijk pijnlijk, ze laat striemen achter die voor veel jeuk zorgen. Als je bent gestoken kun je de wond het beste met zeewater of een zure vloeistof als azijn of ammonia afspoelen. Het verhaaltje dat urineren over de plek de pijn zou doen afnemen, klopt niet. Urine is overwegend water en er zit haast geen zout in. Dit zou de nog niet actieve netelcellen in de huid alleen maar kunnen activeren. Dat is de reden waarom spoelen met gewoon water ook niet helpt. Omdat deze kwallen zich meestal in de bovenste waterlaag ophouden, spelen ze bij een stevige oostenwind vaak op onze stranden aan. Daar liggen ze nog even als een hulpeloze hoop gelei tot ze langzaam als water terug het zand in vloeien en alleen een vage tekening achterlaten.
Volkswagenbusje
Vroeger wilde ik later een volkswagenbusje. Later, want ik had toen nog geen rijbewijs of geld genoeg om zoiets te kopen. Ik was een jaar of zestien toen ik tijdens een fietsvakantie op een camping in Zeeland naast zo’n oud busje mijn tentje opzette. Hij was meerdere keren overgeschilderd en omgebouwd tot woonbus. Er zat een klein keukentje in, een slaapbank met tafel en je kon er een luifel aan bevestigen, zodat je als het regende buiten toch droog zat. Hij rook naar vrijheid en geluk. Hij werd bewoond door twee jonge mensen en een baby. Ze waren zo mooi en zagen er zo gelukkig uit dat ze een diepe indruk op me maakten. Ik heb zo’n busje nooit gekocht, het is er gewoonweg niet van gekomen. Ik heb verder ook helemaal niets met auto’s en waarschijnlijk zou het alleen maar op een teleurstelling uitlopen. Maar toch, elke keer als ik zo’n busje zie wordt er even aan m’n hart getrokken.
Lees ook: Blikken tongetjes.
De genitaliën van Biagio da Cesena
Het is zelden verstandig iemand te tarten, al helemaal niet als hij wetenschapper of kunstenaar is. Ze zijn net zo wraakzuchtig als anderen, en hun invloed reikt vaak veel verder. In het geval van Michelangelo zelfs door de eeuwen heen. Toen Michelangelo, om en nabij 1541, zijn bijna voltooide fresco van het laatste oordeel aan de Paus presenteerde, was niet iedereen even gelukkig met zijn interpretatie van het verhaal. Traditioneel werden mensen gekleed afgebeeld, hun kleding was namelijk een belangrijke indicatie voor hun status. Michelangelo koos er echter voor iedereen van deze status te beroven en de mensen naakt af te beelden. Zijn keuze werd niet door iedereen toegejuicht. Biago da Cesena, de ceremoniemeester van de paus, vond het schilderij geschikter voor een kroeg dan voor op de muur achter het altaar van de Sixtijnse kapel. Hij beschuldigde Michelangelo van gebrek aan fatsoen en viel zwaar over de afgebeelde naaktheid. Naar aanleiding van die kritiek maakte Michelangelo een aanpassing aan zijn fresco. Toen het uiteindelijke werk werd gepresenteerd, viel Cesena van zijn stokje. Michelangelo had één figuur toegevoegd waar de genitaliën van waren bedekt, namelijk Cesena zelf. Michelangelo had hem als Minos aan de rechteronderkant tussen de tot de hel verdoemden ingeschilderd. Hij droeg ezelsoren en zijn geslacht werd door een slang verzwolgen. Toen een woedende Cesena zich hierover bij de Paus beklaagde zou deze hebben gezegd dat hij hem uit het vagevuur misschien nog wel had kunnen redden maar dat hij over de hel geen enkele zeggenschap had. Na Michelangelo’s dood in 1564 werden alle genitalia alsnog door Daniela da Voltera overgeschilderd. Het Concilium Tridentinum had alle naaktheid in religieuze kunst verboden. Voltera kreeg de dubieuze opdracht om doeken over Michelagelo’s zorgvuldig afgebeelde geslachtsdelen te schilderen. Toen tussen 1980 en 1994 het fresco werd gerestaureerd kwam uiteindelijk ook Cesena’s door een slang verzwolgen geslacht weer aan het licht.
Lees ook: Johann Siegesbeck en Vernoemen.
Viervlekwielwebspin (Araneus quadratus)
Deze forse spinnen houden van sprinkhanen en open vochtige weilanden. Hier maken ze tussen distels en halfhoge planten vlak boven de grond hun wielweb. Ze delen hun territorium vaak met wespspinnen. In de Brand vind je ze in sommige graspollen zelfs naast elkaar. Soms vind je de spin in het web, maar meestal verstopt ze zich in een koepelvormig dicht gesponnen schuilhok. Ze houdt de trillingen in haar web van daaruit met een signaaldraad in de gaten.
De vrouwtjes kunnen tot 2 cm groot worden, de mannetjes zijn zoals gewoonlijk bij spinnen echter veel kleiner, deze worden maximaal 1 cm groot. Ze zijn heel variabel in kleur en kunnen roodbruin, geelgroen of bijna wit zijn. Ze hebben echter altijd de kenmerkende vier witte stippen op het achterlijf en duidelijk gestreepte poten. Je vindt ze tussen juli en oktober en in tegenstelling tot veel geruchten zijn ze totaal niet giftig voor de mens.
Visjes kijken
Elke dierentuin heeft aquaria, hoe groter hoe beter. Zo ook de Antwerpse Zoo. In een donkere zaal liggen ze als patrijspoorten tegen de wanden. Er komen zelden mensen, behalve als het regent. Dan drommen de dampende bezoekers zich voor de ramen en drukken ze hun verhitte gezichten tegen het koele glas. Naarmate het drukker wordt, ziet men steeds minder. Door al die bezoekers beslaan de ramen en langzaam wordt de antediluviale wereld door een scherm van druppels aan het zicht onttrokken. Zodra het stopt met regenen vlucht iedereen naar buiten en wordt het weer stil in de zaal. In het koude water draaien de lethargische vissen hun eeuwige rondjes. Ze merken niets van al dat leven aan de andere kant van de spiegel. Vanuit hun verlichte wereld zien ze alleen zichzelf.
Piku de orang-oetan
De opgezette orang-outan in het Rotterdamse natuurhistorisch museum is Piku. Hij was in Borneo geboren maar werd op 21 mei 1958 naar Diergaarde Blijdorp verscheept. Daar was hij het dominante mannetje en trok hij veel bezoekers. Op 25 augustus 1993 is Piku in gevangenschap gestorven. Nadat hij was opgezet werd hij in de mammoethal van het natuurhistorisch museum in een vitrine bijgezet. Daar staat hij sinds 1995, na een leven achter tralies, nu achter glas in een hoek onder de trap. Na de dood van Piku kregen de achtergebleven vrouwtjes Petra, Sylvia en Barbara onderling ruzie en werd besloten om een nieuw mannetje uit Frankfurt te halen. Deze Karl nam zijn eigen vrouwtje Radja en hun jongste zoon mee. Hoewel Karl en zijn zoontje zich snel aanpasten was Radje in het begin erg onwennig, maar uiteindelijk keerde de rust terug en was Piku al snel vergeten. Uiteindelijk moesten de orang-oetans in Blijdorp echter allemaal wijken voor gorilla’s en nam Bokito de rol van publiekstrekker van Piku over.
Men zegt dat als je gorilla's, chimpansees en orang-oetans tien raadsels geeft, de gorilla’s er niet aan beginnen, de chimpansees er snel vijf oplossen en dan interesse verliezen maar dat de orang-oetans ze na lange tijd allemaal zullen oplossen.
Lees ook: Frémiet: Orang-oetan wurgt een wilde uit Borneo.
Dawn of the planet of the apes (2014)
Bij elke nieuwe filmrelease hoor je weer hele volksstammen klagen dat het verhaal niets nieuws vertelt, dat ze het allemaal al eerder hebben gezien of gehoord. Dat is natuurlijk ook niet gek, mensen vertellen elkaar al millennia verhalen, de meeste daarvan zijn terug te brengen tot slechts een handvol emoties. Dawn of the planet of the apes verschilt daar echt niet in. Toch vind ik dat de basis van het verhaal van deze sequel op Rise of the planet of the apes de moeite van het vertellen meer dan waard is en door Hollywood zelden wordt belicht. Veel films gaan alleen over het conflict, de woede en bevrediging van haat en wraak. De aanleidingen zijn meestal enkele minuten van eenzijdig geweld dat vervolgens al de daar nakomende agressie moet vergoelijken. Bij Dawn of the planet of the apes gaat het verhaal echter over het ontstaan van een conflict, hoe goede bedoelingen het verliezen van angst en hoe de hoop op vrede wordt vermoord door enkelingen. De film gaat over hoe pogingen tot samenwerking en vertrouwen vaak worden gezien als onpatriottisch en hoe de wens om niet te vechten wordt afgedaan als zwak of laf. Binnen een stormvloed van films die geweld en conflict propaganderen biedt Dawn of the planet of the apes een verbazingwekkend subtiel en belangrijk tegenwicht.
Het verhaal volgt Caesar, die net als veel van zijn soortgenoten door een genetische proefneming intelligent is geworden. Hetzelfde experiment heeft bijna de volledig menselijke bevolking uitgeroeid. Het verhaal begint tien jaar na Rise of the planet of the apes. De apen hebben in het bos een zelfstandige enclave opgebouwd en leven in harmonie als ze onverwacht worden opgeschrikt door het bezoek van enkele menselijke overlevenden. Deze willen door het opstarten van een dam weer energie in de stad krijgen. Caesar begrijpt dat dit de mensen meer macht levert maar ook dat een directe weigering tot oorlog kan leiden en hij probeert tot een wederzijdse samenwerking te komen. Alles loopt uiteindelijk gruwelijk uit de hand en ondanks alle goede bedoelingen komt het toch tot een gewapend conflict.
Het grootste gedeelte van de film gaat over de aanloop naar dit conflict en de pogingen om het te stoppen. Het is echter absoluut geen softe film, er is meer dan genoeg actie. Alleen al het beeld van apen met machinegeweren die op paarden door de vlammen rijden zorgt voor enkele memorabele scenes. De film bracht wat ik zocht, prachtige beelden, waanzinnige actie en bovenal een hart. Hij raakt precies de juiste toon.