Dit is net als de Grote wenteltrap, de Japanse wonderschelp en de Gouden kauri één van die zeldzame schelpen waar lange tijd slechts één of enkele exemplaren van bekend waren. Het eerste exemplaar behoorde aan John Tradescant, dezelfde 17e eeuwse verzamelaar die ook de enige complete opgezette dodo bezat. Deze schelp behoorde tot zijn enorme privéverzameling, die was gehuisvest in zijn woning die algemeen bekend stond als Tradescants Ark. Zijn rariteitenkabinet vormde Engelands eerste openbare museum, het Musaeum Tradescantianum. Na het overlijden van Tradescant de oudere en diens vrouw, ging de collectie over naar de rijke verzamelaar Elias Ashmole en vormde de basis voor het huidige Ashmolean museum in Oxford.
Tradescants schelp werd tegen het einde van de 17e eeuw voor het eerst door Martin Lister geïllustreerd. Het duurde echter nog anderhalve eeuw voor hij in 1852 door Thomas Gray werd beschreven als Strombus listeri. Een beroemde verzamelaarster uit die tijd, Mvr de Burgh, had echter een tweede exemplaar bemachtigd. Maar omdat zij niet op de hoogte was van de schelp in Tradescants collectie liet zij haar schelp door Sowerby (II) determineren. In 1870 beschreef hij haar exemplaar als Strombus mirabilis. Het duurde tot ver in de volgende eeuw tot men meerdere exemplaren van deze schelp vond. In 1965 kwam men er een aantal tegen in trawlernetten en sindsdien is de schelp redelijk algemeen, hoewel men slechts zelden een exemplaar met operculum vindt. In 1998 creëerde men een apart genus voor deze schelp. Sindsdien gaat hij door het leven als Mirabilistrombus listeri, een samen voegsel van beide eerdere namen. Hoe John Tradescant aan het allereerste exemplaar is gekomen, blijft een raadsel.
Deze herbivore slakken leven op zandbodems in de Golf van Bengalen, op dieptes tussen de 40 en 150 meter. De schelp kent weinig variatie, is gemiddeld 13 cm lang en wordt zelden groter dan 16 cm. De windingen zijn in het midden gekield en bij volwassen dieren is de lichaamswinding groter dan de helft van de schelp. De voor strombus schelpen karakteristieke strombuskerf aan de onderkant van de schelp, waar het gesteelde oog van de slak doorheen steekt, heeft de vorm van en brede inkeping. De schelp is het makkelijkst te herkennen aan de hoge spits op palatale zijde van de buitenlip.
Het afgebeelde exemplaar is afkomstig uit Thailand, uit een diepte bij het Chan Damri strand.
Andere strombus-schelpen zijn: Lambis chiragra chiragra en Tibia fusus.
Geen reacties
Reageer