Om maar gelijk met de deur in huis te vallen, dit kleine beestje heeft geen officiële Nederlandse naam, maar vertaald uit de omringende buurlanden, zou Ligurische bladcicade het meest voor de hand liggen.
Voor de jaren 80 van de vorige eeuw kwam je deze beestjes eigenlijk alleen tegen aan de mediterrane kusten van Frankrijk en Italië, maar ze trokken al snel via Zwitserland en Oostenrijk naar Noord-Europa en uiteindelijk ook naar het Verenigde Koninkrijk en de Verenigde Staten. Hun verspreiding werd enorm geholpen doordat ze meereisden op het populaire wilde kattenkruid (Nepeta cataria) dat in veel Europese landen, waaronder Nederland, werd geïmporteerd.
Volwassen wijfjes leggen met hun ovipositor eitjes in een blad en laten daar vaak een kleine bruine bladverkleuring bij achter. De meeste eitjes overwinteren in het blad en komen in het voorjaar uit. Binnen 20 dagen zijn ze al volgroeid. Volwassen Ligurische bladcicaden zijn amper 3 mm lang en bruin, wit met geel gevlekt. Ze hebben lange achterpoten met stekels waarmee ze grote sprongen kunnen maken. De stekels worden gebruikt om een waterafstotende stof over hun lijf te verdelen, wat ervoor zorgt dat ze niet aan waterdruppels of hun eigen suikerachtige uitscheidingen blijven plakken. De volwassen cicaden voeden zich met plantensap, dat ze met hun scherpe injectienaaldachtige snuit opzuigen.
Ze voeden zich met verschillende planten en je vindt ze behalve op het wilde kattenkruid ook op salie, munt, rozemarijn, basilicum, marjoraan, oregano en tijm. De hier afgebeelde exemplaren zijn in mijn tuin op salie gefotografeerd. Omdat alle genoemde kruidachtige planten ook een significante commerciële waarde vertegenwoordigen, worden deze cicaden als een plaag beschouwd. Bestrijding gebeurt nu met parasitaire wespen en met plakkerige vallen of simpelweg door de planten te stofzuigen.
Lees ook: Bloedcicade (Cercopis vulnerata), Rododendroncicade (Graphocephalus fennahi), Koekoeksspog, Rotsheidewants aka Andromedaheidewants (Stephanitis takeyei), Koolmot (Plutella xylostella), Middellandse Zeevlieg (Ceratitis capitata) en Buxusmot (Cydalima perspectalis).
Geen reacties
Reageer: