In Manchester staat het grootste Universiteitsmuseum van het Verenigd Koninkrijk. Het is 130 jaar oud en huisvest, naast een aantal uitgebreide collecties op het gebied van archeologie, antropologie en natuurhistorie, ook een vivarium.
De oorspronkelijke collectie stamt uit 1821, toen de Manchester Society of Natural History de collectie van John Leigh Philips aanschafte. Ook nu vormt deze natuurhistorische collectie nog steeds de basis van het museum. Het eerste museum bevond zich in 1835 in Peter Street, maar werd in 1875 verkocht toen het Owens College naar de nieuwe gebouwen aan Oxford Street verhuisde. Alfred Waterhouse, de architect die ook het Natural History Museum in Londen heeft ontworpen, kreeg toen de mooie opdracht om voor het museum in Oxford Street een nieuw gebouw te ontwerpen. Dit nieuwe museum ging in 1888 open voor het publiek en werd onlangs nog, in 2023, uitgebreid gerestaureerd.
Het museum heeft ook een collectie fossielen en zelfs een paar skeletten van dinosauriërs, waaronder dat van een Tyrannosaurus rex waar veel bezoekers op af komen. In 2004 kocht het museum een afgietsel van de beroemdste Tyrannosaurus ter wereld, Stan. Deze dinosaurus dankt zijn naam aan zijn vinder Stan Sacrison en is tot nu toe het tweede meest complete tyrannosaurusskelet dat werd gevonden. Het originele skelet is voor 31,8 miljoen dollar aan de Arabische Emiraten verkocht, maar afgietsels van dit beroemde skelet vind je in vele andere musea, waaronder dus in Manchester waar het één van de belangrijkste publiektrekkers voor het museum is geworden. Het complete skelet van Stan is momenteel al 35 keer afgegoten, in Europa vind je ze in Oslo, Parijs, Oxford en Brussel. In minder rijke musea kun je regelmatig ook afgietsels van alleen de schedel vinden.
Ik ben enigszins dubbel over dit museum, aan de ene kant vind ik het prachtig, aan de andere kant toch ook een beetje saai en schools. Het gebouw zelf is fraai, de zalen zijn sfeervol en de tentoongestelde objecten zijn interessant. De grote zaal van de Living Worlds tentoonstelling met zijn twee verdiepingen is ronduit prachtig en doet sterk denken aan de opstelling in Galerie de paléontologie et d'anatomie comparée in Parijs. Het is ontworpen om zowel het skelet van een walvis als een giraf te kunnen huisvesten en heeft een mooie open indeling met veel verschillende opstellingen. Elke grote vitrine is er ingericht naar een eigen thema’s, zoals: symbols, resources, variety of life, humans, domination en connect. In het geheel levert dat een behapbare en overzichtelijke tentoonstelling op, maar als je wat beter kijkt, blijken die opstellingen toch wel erg beperkt om zulke ambitieuze onderwerpen goed te kunnen belichten en als je dan toch ergens de diepgang zoekt, is er helaas weinig achtergrondinformatie te vinden. Er is in het museum meer dan genoeg te zien, maar de echt geïnteresseerde bezoeker loopt er al snel verloren.
Het museum kent dan misschien wat beperkingen, toch heeft het iets in overdaad dat veel andere missen, namelijk een duidelijke identiteit. Vanaf het moment dat je binnenstapt voel je dat er veel aandacht aan de collecties en tentoonstellingen wordt gegeven en dat het museum zichzelf en zijn maatschappelijke functie heel serieus neemt. Ik heb er een heerlijke middag doorgebracht en zal er zeker nog een keer naar teruggaan.
Klik hier voor meer foto’s van de natuurhistorische afdelingen van het Manchester Museum en hier voor meer foto’s van natuurhistorische musea in Europa.
Lees ook: Trix en selfies, Stan de Tyrannosaurus en Het museum voor Natuurwetenschappen in Brussel.