Deze wants parasiteert op Japanse rotsheide (Pieris japonica) en werd tegelijkertijd met deze populaire tuinplant geïmporteerd. Bij onze Duitse buren is deze wants, die men vanwege zijn buitenaardse uiterlijk soms ook wel Andromedanetwants noemt, nu al decennialang een plaag. In 1994 werd hij voor het eerst in een tuin in Boskoop gesignaleerd en in 1998 voor het eerst in Engeland.
Deze netwants heeft een fijne netvormige structuur op zijn vleugels en halschild die enigszins aan glas in lood doet denken. Stephanitis takeyei onderscheidt zich van veel andere netwantsen door een bolle blaas die als een hoed over zijn kop ligt. De wantsen worden slechts zo’n 3 mm groot en hebben twee donkere dwarsbanden over de vleugels. De rotsheidenetwants leeft fytofaag aan de onderkant van het blad, waar ze bladgroen zuigen. Ze hebben twee tot vier generaties per jaar.
Lange tijd bleef deze wants, vanwege zijn verborgen levenswijze, onontdekt. Ze werden pas in 1955 voor het eerst beschreven. Het wijfje legt haar eieren in kleine gaatjes langs de nerf aan de onderkant van het blad. Elk gat krijgt slechts één eitje en wordt met uitwerpselen afgedekt. Na de overwintering komen de eitjes in het voorjaar uit en doorlopen in slechts één tot drie maanden tijd vijf groeistadia tot volwassenheid. Eenmaal geïntroduceerd kunnen deze wantsen dus snel een plaag vormen. Mijn rotsheide zit helemaal vol en het lijkt erop dat hij eraan ten onder zal gaan, steeds meer bladeren worden bruin en vallen af.
Tijdens het fotograferen van deze minuscule wantsen viel me op dat er heel af en toe eentje tussen zat met een gedeukte hoed. Bij veruit de meeste wantsen stond de hoed als een glas in lood koepel fier en bol boven hun kop, maar bij een enkeling leek het alsof iemand hem op zijn hoed had geslagen en zat er een diepe deuk in. Naar hoe deze deuk wordt veroorzaakt kan ik alleen maar gissen, misschien is het wel het resultaat van een gebrek aan ruimte tijdens het ontpoppen. Het zou interessant zijn om te weten of er meer van dergelijke gleufhoed varianten zijn waargenomen. Maar aangezien het hier een zeer klein en obscuur wantsje betreft, verwacht ik niet dat daar onderzoek naar is gedaan.
Lees ook: Bonte geelschild (Campyloneura virgula) en Traumatische inseminatie.
Geen reacties
Reageer