Dauw ontstaat door condensatie, koude lucht kan minder vocht vasthouden dan warme lucht. Als warme vochtrijke lucht afkoelt, komt er een punt dat het water condenseert en druppels vormt. Deze verzamelen zich dan op koude oppervlaktes zoals ramen gras en spinnenwebben. Dit is de reden dat zich onder de douche alleen condens druppels vormen op de koude kraan.
Zeker in de herfst, als veel spinnen actief zijn, kan dauw zich op hun webben afzetten. Iedereen die wel eens door zo’n nat web is gelopen weet dat zich daar een onverwacht grote hoeveelheid vocht kan verzamelen. Het web van spinnen is hydrofoob en stoot water af, de reden dat dauw niet van het web afloopt maar er als parels aan blijft hangen, heeft te maken met de constructie van die zijden draden. Een enkele wieldraad in een spinnenweb, bestaat eigenlijk uit twee dunne maar buitengewoon sterke parallelle draden . Daarnaast zitten er op regelmatige afstand kleine knoopvormige zijdeclusters of lijmdruppels, waaromheen het water condenseert. Dit zorgt ervoor dat slechts één enkele spinnendraad een enorm gewicht aan water kan dragen en als een zwaar parelsnoer gaat doorhangen zonder dat de druppels ervan af lopen.
Deze hydrofobe kwaliteiten van een spinnenweb zijn ook belangrijk voor het voortbestaan van de spin als soort. De meeste spinnen maken een ei-cocon waarin hun jonge spinnetjes overwinteren. Als zo’n cocon nat wordt, zouden zich daar ijskristallen in kunnen vormen, waardoor de spinnetjes doodgaan. Zo’n cocon wordt echter met een extra dikke laag waterwerende zijde afgewerkt, wat ervoor zorgt dat de eieren en jonge spinnetjes in de cocon geen last hebben van regen of verzamelde dauw.
De hydrofobe samenstelling en specifieke constructie van spinnenzijde wordt nu ook als inspiratie gebruikt voor dauwcollectoren. In veel gebieden op aarde is er watertekort. Eén manier om daar toch aan water te komen, is om deze uit de lucht te halen via dauwcollectoren. Onderzoekers hebben hiervoor een speciale dubbele draad ontwikkeld waarop op zich kleine knoopjes bevinden. In deze nieuwe netten kon elke knoop meer dan 2100 keer zijn eigen volume aan water vasthouden. Op deze manier vormden zich meer en grotere dauwdruppels en nam de dauwcollectie met een factor van 590% toe.
Afgebeeld is de cocon van een wespspin (Argiope bruennichi) in het Noorderbos. Ondanks de enorme hoeveelheid water die het web eromheen heeft verzameld, blijven de eitjes droog.
Lees ook: Dauwdruppels op een spinnenweb, Schorsmarpissa (Marpissa muscosa), Spinneneters ei-cocon, Wespspin (Argiope bruennichi) en Eicocons van de wespspin (Argiope bruennichi),
Geen reacties
Reageer: