Slijmzwammen houden van vocht. De meeste vind je dan ook uit het zicht van direct zonlicht en op natte voedingsbodems, zoals aan de onderkant van dode stammen. Hoewel ze zich in een natte omgeving ontwikkelen, mogen ze niet natregenen. Ze moeten beschut genoeg staan om de droge rijpe sporen door de wind te kunnen laten verspreiden. Het Peervormig Draadwatje wordt maximaal 3 mm groot en begint als een klein peervormig vruchtlichaam dat op een dun steeltje, de hypothallus, balanceert. Ze verkleuren al vrij snel rood, oranje of roze en uiteindelijk naar bruin. Als ze na een aantal maanden rijp zijn, zien ze er uit als een bruin wat-tipje en hebben ze een rommelig pruikje op. In diens 1 mm lange haren (capilitiumdraden) zit het sporenpoeder.
Lees ook: Heksenboter (Fuligo septica) en Plasmodiale slijmzwammen (Myxogastria) en kijk hier voor andere berichten over zwammen.
Geen reacties
Reageer: