Voor het mes waar ik aan nu werk heb ik een stootplaat gemaakt, maar omdat ik deze niet in glimmend staal wilde, heb ik het ijzer gepatineerd. Hiervoor moest ik rode roest omzetten in zwarte roest.
Om de stootplaat te kunnen laten roesten kon ik hem natuurlijk niet uit roestvrijstaal maken. Ik heb daarom gekozen voor O2, een staal met een hoog koolstof gehalte. Nadat het ijzer op maat was gezaagd en het gat voor het lemmet was uitgevijld, heb ik er gaten in geboord, waar ik twee staafjes messing door heen heb geslagen. Daarna heb ik het geheel met een bolkophamer behandeld om het een wat grovere structuur te geven. Nadat het messing met nagellak was afgedekt heb ik alles kort in zuur geëtst. Dit zorgt ervoor dat de roest in het volgende stadium voldoende oppervlak en grip heeft. Door het messing af te dekken blijft dat on-gepatineerd en behoudt het zijn kleur. Normaal heb je voor roest alleen lucht en water nodig, maar omdat het natuurlijke roestproces veel te lang zou duren heb ik het versneld. Door 200 ml waterstofperoxide en 20 ml azijn met een kwart theelepel zout te mengen, krijg je een hele goede roestversneller. Het enige wat je hoeft te doen is het ijzer hier regelmatig mee te besproeien, al binnen enkele seconden begint het te roesten. Door je werkstuk regelmatig met een hitte pistool te verhitten, versnel je dit proces en is het al na een paar minuten met een mooie dunne laag roest bedekt. Als je deze roest zijn gang zou laten gaat, vreet hij na verloop van tijd al het ijzer op en valt het in grove schilfers uiteen. Om van deze “slechte” rode roest, zwarte roest te maken hoef je het alleen nog maarte koken. Als eerste borstel je de overtollige, loszittende roest er met een tandenborstel af en daarna leg je het werkstuk een minuut of tien in kokend water. De bruine roest, Fe2O3 wordt dan via een endothermische reactie omgezet in zwarte roest, Fe3O4, ook wel bekend als magnetiet. Dit is heel hard en heeft de bekende blauwzwarte kleur die je met oud gebruikt ijzer associeert. Daarna kun je het ijzer opnieuw met je roestversneller bespuiten en het gehele procedé herhalen. Als je dit een keer of drie hebt gedaan is je werkstuk mooi gepatineerd en goed beschermd. Hierna hoef je het alleen nog maar even in te oliën of in de was te zetten, om te voorkomen dat er toch nog ergens rode roest onder je patina zou kunnen kruipen, en ziet je nieuwe werkstuk er uit alsof het een eeuw geleden is gemaakt.
Lees ook: Patina.
Geen reacties
Reageer: