Zoals zoveel musea heeft ook het Natuurhistorisch, zijn naam meerdere malen gewijzigd. Als musea ergens bang voor zijn is het wel een stoffig imago en dus veranderen ze om de haverklap hun naam om op die manier meer “up to date” te lijken en daarmee een breder publiek te trekken. Dit kleine museum begon in 1927 als Natuurhistorisch museum Rotterdam, veranderde in 1987 naar Natuurmuseum Rotterdam, in 2006 terug naar Natuurhistorisch museum Rotterdam en gaat sinds 2011 als Het Natuurhistorisch door het leven. Maar als je aan een Rotterdammer de weg vraag, zegt hij gewoon Natuurmuseum tegen Het Natuurhistorisch.
Sinds 1987 is het museum in villa Dijkzigt aan de Westzeedijk gevestigd. Het museum is niet groot en pretendeert ook geen internationale topstukken te bezitten, maar het heeft wel degelijk een eigen identiteit. Nog afgezien van het feit dat er zich ooit een woerd tegen het raam heeft doodgevlogen en deze daarna door een andere woerd langdurig is verkracht (één van de eerste beschreven gevallen van homoseksuele necrofilie onder eenden) en dat er zich een 1,5 meter hoge penis van een potvis in het portaal bevindt, is het museum vooral bekend door de verzameling dode dieren met een verhaal, zoals de domino-mus, de Tweede Kamer-muis en de McFlurry-egel.
Klik hier voor meer foto’s van Het natuurhistorisch in Rotterdam.
Lees ook: Natuurhistorische musea en oude collecties en kijk hier voor meer foto’s van natuurhistorische musea.
Geen reacties
Reageer: