Ik ben al heel lang een enorme fan van de Kuifje stripboeken, van jongs af aan kon ik mezelf urenlang in deze strip verliezen en ik keek dan ook enigszins huiverig uit naar de verfilming. Meestal lukt het bij een stripverfilming niet om de juiste toon, het juiste tempo en de specifieke sfeer van een strip naar het bewegende beeld te vertalen. Ik keek de “Adventures of Tintin” dan ook later dan de meeste mensen. Eigenlijk was ik zelfs van plan om hem helemaal links te laten liggen, ik wilde niet dan mijn jeugdsentiment een deuk zou oplopen door een oneerbiedige verfilming. Door anderen aangespoord heb ik hem uiteindelijk toch bekeken, en nog eens, en nog eens.
De verfilming is leuk, spannend, grappig maar bovenal eerbiedig. Het is Spielberg en Jackson gelukt om de unieke Kuifje-sfeer te vertalen naar een ander medium. Wat mij betreft mogen ze de hele stripreeks onder handen nemen. De personages zijn perfect “gecast”. Hoewel de acteurs via motion capture tot karikaturen zijn omgetoverd belemmert je dat totaal niet in de beleving van de film. De samensmelting van strippersonage met acteur is buitengewoon goed gelukt. Ik kan me nu al geen andere Haddock meer voorstellen en zelfs de slapstickachtige Janssen en Jansen komen volledig tot hun recht. Maar wat me misschien nog het meeste raakte in de film was de belichting.
Alles in de film baadt in een onwaarschijnlijk mooi en effectief licht. Dit licht is nog meer dan het verhaal en de actie verantwoordelijk voor de sterke sfeer van deze film. Er wordt zo goed gebruik gemaakt van glasgordijnen, natte kasseien, omgevallen schemerlampen, reflecties en spiegelingen dat je vergeet dat je naar een geanimeerde film kijkt. Je kunt willekeurig welke scene stilzetten en je verbazen over de mooie compositie en belichting. En dat is misschien nog wel het mooiste eerbetoon aan Hergé.
Geen reacties
Reageer