De zwartstaartboswolfspin (Pardosa lugubris) is één van onze bekendste wolfspinnen. Ze lijken sterk op een andere veelvoorkomende soort, de zwarthandboswolfspin (Pardosa saltans). Lange tijd werd gedacht dat het hier om één soort ging. Onderzoek naar het baltsgedrag van Pardosa lugubris toonde in 2000 echter aan dat het hier niet één, maar meerdere soorten betrof. Pardosa lugubris werd toen onderverdeeld in zes verschillende soorten, waaronder Pardosa saltans.
Pardosa saltans houdt iets meer van zon beschenen terrein en Pardosa lugubris geeft de voorkeur aan beschaduwde bosgronden. Toch kun je beide soorten vaak in dezelfde biotoop vinden. Op het eerste gezicht zijn ze vrijwel identiek, vooral de vrouwtjes. De mannetjes zijn iets makkelijker uit elkaar te halen, zeker met behulp van een loep. Pardosa lugubris heeft een langwerpig cephalothorax met aan de zijkanten een smalle streep met wat lichtere beharing. Pardosa saltans is iets ronder en heeft geen lichte band aan zijn zijkanten, zijn palpen zijn ook wat dikker en zwaarder behaard. De palp van Pardosa lugubris heeft een duidelijk naar beneden staande scherpe haak aan het uiteinde, die de wat rechtere palp van Pardosa saltans mist. Een verschil dat in het veld zonder loep niet is te zien, al helemaal niet omdat deze spinnen zeer beweeglijk zijn en op hoog tempo over het grondoppervlak rennen. Wolfspinnen hebben goede ogen en zijn actieve jagers. Ze maken geen web maar leggen vaak wel een looplijn aan die zij tijdens het rennen achterlaten. Mochten ze ergens afvallen of wegwaaien kunnen ze zich met deze lijn nog redden. Ook gebruiken mannetjes, de door de vrouwtjes achter gelaten looplijnen vaak om een vrouwtje voor paring te pakken te krijgen.
Lees ook: Zandwolfspin.
Geen reacties
Reageer: