Vroeger zag je ze overal, nu beginnen ze zo schaars te worden dat men al speciale nestkasten moet ophangen om ze een broedkans te bieden. In mijn jeugd had ik nooit kunnen vermoeden dat de alom vertegenwoordigde huismus ooit nog eens op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten terecht zou komen. De afname van het aantal huismussen begon in de jaren tachtig en gaat sindsdien steeds sneller. We zitten nu op nog maar 50% van het totale aantal broedparen en ze verdwijnen zo langzamerhand uit ons straatbeeld. Ik herinner me nog dat je bijna niet op een terrasje kon gaan zitten, zonder dat dit kleine brutale vogeltje de broodkruimels van je bordje kwam pikken. Als een kleine bruine tennisbal stuiterden ze tussen de tafelpoten en bij het minst geringste stoven ze massaal kwetterend in de struiken. Zelfs bij het oude flatgebouw waar ik ben opgegroeid zaten er ontelbaar veel musjes in de schaarse bosjes bij de straatkant. Je hoorde ze de hele dag door tjilpen en ze kwamen regelmatig op ons balkon. Blijkbaar worden onze steden te netjes en blijft er te weinig voer en nestruimte voor deze kleine schobbejakken over. En dat vind ik echt jammer. Gelukkig hangen er bij ons in de buurt nu al aardig wat nestkasten waar de huismus dankbaar gebruik van maakt. Als iedereen nu, net als vroeger, de broodkruimels van het tafelkleed gewoon uit het raam schudt, komen ze er misschien wel weer bovenop.
Geen reacties
Reageer: