Mandarijneend (Aix galericulata)4-2016 7880Bij ons achter het Wilhelminakanaal ligt een klein parkje met een vijver. Afgezien van wat vissers en mensen die hun hond uitlaten zie je er bijna nooit iemand. Maar er zitten wel veel watervogels. Ik zie er regelmatig Egyptische ganzen, futen,  kuifeenden en laatst zelfs een mandarijneend. Deze vogel lijkt nog het meest op een door een kind ingekleurde kleurplaat. Mandarijneenden komen oorspronkelijk uit Oost China en Noord Korea. In de 18e eeuw werden ze als siervogel naar Europa geïmporteerd. Het eerste gedocumenteerde wilde broedpaartje in Nederland stamt uit 1964. Sindsdien zijn ze wel wat in aantal toegenomen maar is het nog steeds een zeldzame verschijning. Deze vogels  liggen hoog op het water en met het zonlicht op hun veren vallen ze goed op. De mannetjes verliezen in de rui hun mooie baltskleed, ook de snavel kleurt dan minder rood en de poten minder geel. Omdat het mannetje dan vrijwel zijn volledige verenkleed wisselt, waaronder ook zijn slagpennen, kan hij geruime tijd niet vliegen en is hij kwetsbaar. Pas in de herfst krijgt hij weer zijn mooie baltskleed terug.