Deze Stekelhoorn behoort tot dezelfde familie (Muricidae) als de Venuskam en Siratus alabaster. Het zijn favoriete verzamelschelpen en ze worden gewaardeerd door hun vele stekels en aangroeisels. Deze stekels en het kleurenpatroon van Chicoreus chicoreum zijn zeer variabel. Er zijn lichte, donkere en gebandeerde exemplaren met korte of lange stekels. Ze worden gemiddeld 10 cm groot en komen veelvuldig in de Westelijke Grote Oceaan voor. Hun bruine operculum is hoornachtig en heeft een puntig uiteinde.
De schelpen groeien niet gelijkmatig. Eerst wordt de mondrand verwijd en dan wordt de sculptuur van de varix, de ribbelvormige verdikking van de mondrand, gevormd. Wanneer de laatste winding een vroegere varix tegenkomt wordt deze binnen het bereik van de mondopening weer afgebroken. Deze onregelmatige groei resulteert in een aantal verticale ribbels met uitsteeksels op regelmatige afstand van elkaar, iets dat goed van de bovenkant van de schelp is te zien.
Geen reacties
Reageer