Midden in de Amsterdamse waterleidingduinen ligt een kleine plas, die is omgeven met riet en wordt gevoed door een smal riviertje. Hierin leeft een paartje waterrallen. Hoewel je ze hier zelden zult zien, ze zijn erg schuw, kun je ze wel goed horen. Waterrallen (Rallus aquaticus) zijn heel vocaal en hun zang lijkt nog het meest op het grommen en kermen van een varken. Het zijn echte opportunisten en ze eten van alles; visjes, kikkers, zaden, wortels en als ze de kans krijgen ook kuikentjes of aas. Soms als je geluk hebt, komen ze even uit het riet tevoorschijn. Ze lopen dan schichtig en op hoge poten langs de waterkant te snaaien. Met hun lange spitse snavel zoeken ze tussen de modder en het kroos naar voedsel. Deze slanke vogels zijn vlug ter been zijn en schieten bij het minst geringste weg. Met hun platte lichaam passen ze goed tussen de lange rietstengels en hun bruin en grijs gestreepte verenkleed maakt ze daar nagenoeg onzichtbaar.
Lees ook: Een snip op straat (Scolopax rusticola).
Geen reacties
Reageer: