Alle insecten moeten als zij groeien, vervellen. Hun oude huid barst open en ze wurmen zich week en kwetsbaar naar buiten. Deze lieveheersbeestjeslarve is aan zijn laatste vervelling bezig. Tegen de schemer had hij zich op de kop van een lavendelbloem vastgeklemd en barstte hij uit zijn vel. Beetje voor beetje wist hij zich te bevrijden. Eerst de kop en het borststuk, daarna beetje voor beetje zijn poten. Omdat insecten via tracheeën in hun huid ademen en deze adembuisjes ook aan de binnenkant zijn bekleed met chitine moet hij ook de huid van deze buisjes uit zijn lijf trekken. Je ziet ze als dunne witte draden nog aan zijn oude huid hangen. Toen zijn poten vrij waren, bewoog hij ze minuten lang heen en weer om ervoor te zorgen dat ze recht en strak opdrogen. Als laatste trok hij zijn achterlijf uit de oude huid, waarna hij op de kop van de bloem uitrustte en zijn nieuwe huid liet drogen en harden.
Geen reacties
Reageer: