Je weet het wel, als het donker is. Overdag heb je er meestal niet zo’n last van, maar ’s nachts als je in bed ligt en er niets is om je af te leiden, soms denk ik wel eens dat het juist daarom donker wordt, dan kruipen je gedachten waar je niet wilt. Als een tong die het gaatje in een kies zoekt gaan ze op zoek naar twijfels en angsten. De wereld houdt ze overdag op afstand maar heeft ’s nachts geen macht, hoe zou dat zijn voor een blinde?

 

Gisteren liep ik onbewust te piekeren, over iets waar ik niet graag aan denk, maar waar mijn twijfels me nog steeds aan willen herinneren. Ongemerkt waren ze tussen mijn gedachten geslopen. De wereld kromp en nam de tijd met zich mee. Tot ze terugsloeg, met een timing die ze normaal zelden laat zien brak de zon tussen de wolken door. Twijfels en angsten hielden een respectvolle afstand.

 

Gefixeerd bleef ik kijken, tot ik werd losgelaten en mijn twijfels waren uitgebleekt. Echt weg zijn ze nooit, meestal zijn ze niet meer dan een veeg op mijn netvlies. Als een beeld dat is ingebrand omdat je er te lang naar hebt gekeken en dat je alleen kunt zien als je knippert. Als je je ogen sluit.