Het is bijna onmogelijk om het over Cabin in the woods te hebben zonder iets van zijn mysterie weg te nemen. Daarom hou ik het er maar op dat het Joss Whedon wederom is gelukt om een cliché een nieuw leven in te blazen. Whedon begint zich zo langzamerhand te bewijzen als één van de beste scenarioschrijvers in Hollywood. Bekend van Buffy en Angel zullen de meeste hem wel kennen als iemand die graag een nieuwe draai aan een vaak uitgekauwd thema geeft. In Firefly, wat mij betreft zijn beste werk, combineerde hij op een uitermate succesvolle manier sciencefiction met western en in The Avengers lukte het hem om van meer ook daadwerkelijk beter te maken. Met Cabin in the woods gaat hij volledig aan de haal met een standaard horror gegeven. Vijf archetypische tieners brengen een weekendje door in een oude blokhut midden in de wildernis. Binnen korte tijd lukt het hun om een aantal zombies tot leven te brengen en begint hun ellende. Terwijl zij voor hun leven vechten is er echter een groep wetenschappers die er alles aan doet om hun het leven zuur te maken.
Cabin in the woods is een echte ‘tongue in cheek’ horrorfilm, met kalme pas wordt vrijwel iedereen in vrijwel de juiste volgorde op fantasierijke wijze afgemaakt. Er is genoeg spanning en bloed om het genre eer aan te doen. De acteurs spelen met zichtbaar plezier en de regie is zo strak als een tourniquet. Ondanks dat het verhaal sterk op plotwendingen leunt is het geen enkel probleem om deze film een tweede of derde keer te bekijken.
Geen reacties
Reageer