Het spinnen lichaam bestaat uit twee delen. Het achterlichaam of abdomen is zacht. Het voorste gedeelte heet kopborststuk of cephalothorax. Dit heeft van boven een chitinepantser dat het carapax wordt genoemd, en van onderen een chitineplaat die sternum heet. Wij hebben aan beide kanten van onze gewrichten spieren, hiermee kunnen we onze gewrichten buigen en strekken. Spinnen hebben echter geen inwendig skelet, hun poten zijn harde holle buizen. Deze buizen zijn met een vloeistof gevuld. Hun grote gewrichten hebben alleen buigspieren. Het strekken gebeurt hydraulisch door de druk van de lichaamsvloeistof te verhogen. Hun poten strekken zich door het samentrekken van de spieren die het carapax met het sternum verbinden waardoor de vloeistof binnen het lichaam zich een weg naar de poten zoekt. Als een spin sterft valt deze hydraulische druk weg en trekken de spieren zich samen, met als gevolg dat de poten zich buigen. Als men op het carapax van een pas gestorven spin drukt, zullen de poten zich strekken, maar niet als men de uiteinden van deze poten afknipt.
Geen reacties
Reageer: