Mijn zoontje zit in zijn pyjama op het kleed. Overal om hem heen ligt Lego. Met langzame bewegingen zoekt hij geconcentreerd tussen de losse blokjes, zijn mond staat half open en af en toe haalt hij zijn neus op. Ik zit op de stoel, met een hete mok koffie in mijn handen. Telkens als ik een slok neem beslaan mijn ogen en moet ik knipperen. Zo lang ik me niet teveel beweeg blijft alles staan. Voorzichtig neem ik de omgeving in me op. De boom aan de straat voor het huis werpt een schaduw op de halfgesloten luxaflex, telkens als er iemand voorbij loopt wordt de kamer even wat donkerder. De lucht in mijn neus draait en kriebelt en lijkt er door mijn oren weer uit te willen. Ik haal mijn neus op en probeer te slikken. Achter mijn zoontje vanuit de tuin hoor ik een paar duiven en achter mijn rug rijdt een vrachtwagen door de straat. Heel even lijkt het alsof het licht uitgaat. Mijn zoontje kijkt op en speelt meteen daarna weer door. Naast hem ligt een stapel verfrommelde papieren zakdoekjes en regelmatig knippert hij met zijn ogen. Voorzichtig stap ik uit de stoel en maak een plekje naast hem vrij. Samen zoeken we verder naar een ontbrekend stukje Lego. Terwijl de blokjes zachtjes op het tapijt rammelen halen we allebei op precies hetzelfde moment onze neus op. Mijn zoontje kijkt me aan en ik wordt getrakteerd op een glimlach.
Geen reacties
Reageer: