Veel van mijn dromen zijn chaotisch en onverklaarbaar. Vooral als ik diep slaap lijken ze in een hoger tempo voorbij te schieten dan ik kan volgen. Maar soms, als ik niet zo diep slaap, gaan ze trager en zijn ze op de één of andere manier ook duidelijker. Dan bewegen ze zich op een tempo dat ik niet alleen makkelijker kan volgen maar vaak ook enigszins kan sturen. Zeker vroeg in de ochtend als ik langzaam wakker begin te worden lukt het me wel eens om terug in zo’n droom te duiken. Omdat deze droom dan niet meer volledig door mijn onderbewuste wordt gestuurd is hij natuurlijk wel wat minder chaotisch maar kan ik hem wel vaak bij sturen en er een richting aan geven.

 

Eergisteren had ik na lange tijd weer eens een nachtmerrie. Iedereen heeft wel eens verontrustende dromen maar een echte nachtmerrie, zo eentje waar je twee dagen daarna nog last van hebt, had ik al heel erg lang niet meer gehad. Omdat deze droom niet chaotisch was en zich in een volgbaar tempo afwikkelde ga ik ervan uit dat ik niet in diepe slaap was. Toch kon ik hem niet bijsturen. Hij wikkelde zich volledig onafhankelijk van mijn bewustzijn af. De beelden moeten dus wel uit mijn onderbewuste komen. Mijn onderbewuste maakt blijkbaar van zulke makkelijk te duiden beelden gebruik dat ik enigszins teleurgesteld ben in de vorm waarin de boodschap werd gegoten. Alsof zelfs mijn onderbewuste geen vertrouwen in mijn analytische vermogens heeft was het een droom met bijkans een ondertiteling en nasynchronisatie. Maar zoals zo vaak is de simpelste boodschap het sterkst en ondanks dat ik donders goed weet waar deze nachtmerrie vandaan kwam kan ik hem toch niet van me af zetten. Zelfs als je de vorm van de boodschap doorziet kun je blijkbaar niet om de inhoud heen.