Laatst was ik ergens op bezoek, waar de dame des huizes speciaal voor mij haar befaamde huisschotel had bereid. Een uniek gerecht dat ze altijd maakt, meestal na lang aandringen, als er een speciale gelegenheid is. Het werd mij dan ook voorgeschoteld als heel bijzonder. Terwijl de mater familias mij met licht toegeknepen oogjes aankeek, als een diva die klaar stond haar ovatie in ontvangst te nemen, nam ik een hap. Waarschijnlijk verraadde mijn gezicht mijn verassing, want de nauw oplettende oogjes werden nog een fractie verder dichtgeknepen. Men had gelijk, niets had me hier op kunnen voorbereiden. Het was echt bijzonder goor. Alleen kreeg ik het niet over mijn hart om dat te zeggen. Dus zij ik: mmm, lekker, heel bijzonder… en schepte ze stralend nog een portie op mijn bord.

 

Waarschijnlijk heeft dit scenario zich zo al honderden malen afgespeeld en durft niemand deze dame te teleurstellen. Elk leugentje draagt daarbij onwillekeurig bij aan de mythe van het gerecht en het leed van anderen. Wie nu nog durft beweren dat een leugentje om bestwil geen kwaad kan, wil ik graag het recept geven.