Jonge, nog gesloten, exemplaren van deze forse zwam lijken wel wat op trommelstokken, maar een volgroeide zwam doet zijn naam echt eer aan. Als een grote schaduw werpende parasol groeit hij tot ver boven de grond uit. De zwam groeit eerst de hoogte in en kan daarbij wel 40 centimeter hoog worden, waarbij de hoed als een bol boven aan de slanke holle steel zit. Als de hoed zich daarna opent, laat hij een dikke losse ring (collarium) om de steel achter.
Dankzij deze steel kun je hem ook makkelijk van een gelijkende maar iets kleinere soort, de knolparasolzwam, onderscheiden. Als je daar van de steel een klein stukje aftrekt, kleurt het vlees saffraan-rood, iets dat bij de grote parasolzwam niet gebeurt.
De hoed zelf kan makkelijk 30 centimeter breed worden. Hij heeft een bleekbruine geschubde huid en schijnt erg lekker te zijn. Grote parasolzwammen worden dan ook vaak als een schnitzel gepaneerd en gebakken. Rauw is deze paddenstoel licht giftig, maar bij verhitten verdwijnt het gif, je kunt hem dus beter niet zo eten.
Je komt deze zwammen vaak in groepjes tegen op goed gedraineerde gronden. Het is een van de grootste paddenstoelen van Europa.
Klik hier voor meer berichten over padenstoelen.
Geen reacties
Reageer: