Tegenwoordig zijn er zoveel keuzes om te maken dat we wel eens vergeten dat we die echt niet allemaal zelf maken. Juist bij het maken van keuzes is de ‘peer-pressure’, de groepsdruk, erg voelbaar. Mijn zoontje is wel eens met zijn zakgeld naar de speelgoedzaak gegaan om er niets te kopen. Hij kreeg zoveel keuze dat hij bang werd om iets verkeerds uit te kiezen. Dan maar liever niet gekozen.

 

Maar ook als je al weet wat je wilt is het (mogen) maken van een keuze niet altijd gemakkelijk. Ik zag een meisje van zo’n 11 jaar samen met haar oudere zus en moeder een fotocamera uitkiezen. Het meisje wist precies welke camera zij graag wilde. Helaas vond haar zus een andere kleur mooier en haar moeder een andere camera. Met hulp als “je moet het zelf weten hoor, maar ik zou het niet doen” of “weet je het wel heel zeker? vind je die andere toch niet mooier” wisten haar moeder en haar zus haar binnen vijf minuten aan het huilen te krijgen. Waarop haar moeder het gesprek netjes wist af te ronden met een “ja hoor is, als je zo begint hoeft het van mij niet meer, dan ga ik net zo lief meteen naar huis”. Het meisje probeerde het nog even met “ja maar mamma, het is toch mijn spaargeld” maar dat haalde al niets meer uit. Terwijl ze wegliepen vatte haar oudere zus de zaak nog even netjes samen met een “het is ook altijd hetzelfde met jou”.

Hoezo vrije keuze?