Bij een kleine plas of poel wordt de strijd om te overleven keihard gestreden, zoals bij alle grenzen vind je daar niet alleen de grootste diversiteit van soorten, maar ook de meeste roofdieren. In het water jagen de libellenlarven en waterkevers op jonge kikkervisjes terwijl de volwassen kikkers aan de waterkant vliegen, muggen en juffers vangen. Boven het water en het hoge gras scheren juffers en libellen heen en weer en proberen uit de onzichtbare netten van webspinnen te blijven, terwijl op de grond de wolfspinnen en loopkevers tussen het gras patrouilleren. Op elke hoogte, van de zanderige vijverbodem tot in de hoge rietpluimen en ver daarboven, leven diersoorten die zich hebben aangepast en gespecialiseerd om daar te kunnen leven en jagen.
Overal rondom een poel zitten webspinnen. Laag bij de grond tussen het gras tot zo’n dertig centimeter hoogte, de jonge wespspinnen, die op sprinkhanen en cicades jagen en bovenin het gras en tussen het riet de rietkruisspinnen (Larinioides cornutus) die op alles wat vliegt, jagen. Deze laatste waren afgelopen week bij de Brand vooral succesvol in het vangen van net uitgeslopen beekoeverlibellen (Orthetrum coerulescens). Amper uit hun larvehuid bevrijd, vlogen die op hun eerste vlucht regelrecht in de kleverige netten van de rietkruisspinnen.
Lees ook: Grenzen, Libellen, Herfstspin steelt van kruisspin en Rietkruisspin (Larinioides coprnutus).
Geen reacties
Reageer: