Tijdens de vakantie trok er ´s nachts een storm over onze tent. Hij kwam van zee en brak op de kust. Het zachte getik van de regen ging over in een scherp geratel en werd één zware bromtoon die al het andere geluid overstemde. De wind duwde en trok aan het tentdoek en als het weerlichtte duurde dat ongemakkelijk lang. Direct daarna brak de donder en schudde de tent. Dit ritme van licht en donder volgde elkaar zo snel op dat je niet meer wist welke slag bij welke bliksem hoorde. Het geschud van de tent, de bliksem en het onaflatende lawaai zorgden ervoor dat onrust overging in angst. Na een lange nacht nam de wind iets af en werd het geluid op de tent weer herkenbaar als regen.
Het leuke van kamperen is dat je dichter bij de natuur staat, maar soms is dichterbij te dicht bij.
Geen reacties
Reageer: