Mijn jongste nichtje is een mongooltje of zoals men het tegenwoordig liever zegt lijdt ze aan het syndroom van Down. Ze heeft prachtige blauwe ogen die een beetje schuin staan. Vrijwel alle mongooltjes zijn direct herkenbaar, bijna alsof ze tot een apart ras horen. Dat dergelijke gehandicapten zo op elkaar lijken is al opmerkelijk genoeg maar waarom we ze mongooltjes noemen is te danken aan de zwakzinnige ideeën van Dr. John Down.
Als directeur van een gekkenhuis dacht hij uiterlijke kenmerken van andere rassen in zijn patiënten te herkennen. Hij geloofde dat de eigenschappen van onze voorouders voortleefden in zwakzinnigen en in niet-blanke rassen. Zoals je soms nog wel eens mensen met een staart of paarden met meer dan één hoef aan hun been tegen komt, geloofde hij dat zwakzinnigheid een terugval op een vroeger mensstadia was, een atavisme. Chinezen, Negers en Mongolen waren tenslotte net zo zwakzinnig als die arme blanken die tot hun niveau waren teruggevallen. Hij zag niet-blanken slechts als voorstadia van de moderne intelligente mens.
In zijn artikel “ethnic classifications of idiots” deelt hij de gehandicapten in allerlei etnische categorieën in. Down herkende in zijn patiënten oa. Ethiopiërs, Maleiers, Chinezen en Mongolen. Van al zijn classificaties is alleen die van mongooltje blijven kleven. Dankzij Dr. John Down’s racistische ideeën noemt men mijn mooie nichtje een mongooltje. Toch hoor ik dat liever dan dat ze haar associëren met de krankzinnige Down.
Geen reacties
Reageer: