Deze oorspronkelijk Noord-Amerikaanse soort kom je het meest in Zuid-Europa tegen. In Nederland en België is ze nog vrij zeldzaam, hoewel ze wel steeds vaker worden gesignaleerd. De eerste vermelding stamt uit 1978 in Antwerpen. In ons land overleven ze overwegend binnenshuis en worden ze het vaakst in kelders of schuren gevonden. Het is een forse kogelspin (6,5 – 10 mm) die verwant is aan de beruchte Zwarte weduwe. De Grote Steatoda (Steatoda grossa) is herkenbaar aan de lichte band over de voorrand, en de meerdere lichte vlekken op de bovenkant, van het abdomen. De kleur en tekening zijn echter variabel. De spinnen vervellen zes maal voor zij volwassen zijn en kunnen onder de juiste condities zes jaar oud worden. Oudere wijfjes kleuren steeds donkerder. Het zijn taaie spinnen die meerdere maanden zonder voedsel kunnen en een typisch kogelspin-web maken. Een wirwar van kriskrasdraden die naar het centrum toe dichter opeen lopen. De spin verlaat zelden haar web en is niet agressief. Vanwege hun sterke gif en kaken zijn ze in staat om taaiere prooien te doden dan veel andere “huisspinnen” en het zijn dus nuttige hulpjes om in huis te hebben.
Lees ook: Koffieboonspin (Steatoda bipunctata).
Geen reacties
Reageer: