We kennen allemaal collega’s, mede werknemers die samen met ons aan of bij dezelfde zaak werken of werkten. Mensen die we vaker zien dan onze partners of kinderen en waar we vaak meer mee spreken dan met onze familie. Deze collega’s leren we gaandeweg waarderen en vertrouwen en voor je het weet praat je niet alleen meer over het werk maar ook over thuis, je problemen of je dromen. Deze collega’s leer je zien, maar toch blijven het collega’s, mensen waar je mee omgaat omdat je aan of bij dezelfde zaak werkt. Altijd is er het werk dat voor de binding en de afstand zorgt. Het is het werk dat ons samenbrengt en ons uit elkaar houd.
Mijn beste vriend was ooit een collega, we waardeerden elkaar en konden met elkaar lachen. Toch had ik ook wel eens het gevoel dat het werk tussen ons stond. Pas nadat we geen collega’s meer waren is er een diepere vriendschap ontstaan. Ook nu heb ik veel collega’s en veel ervan waardeer ik enorm. Ik bouw op ze, vertrouw ze en kan met ze lachen, maar het werk houd ons tezamen en uit elkaar.
Vandaag heb ik zo’n collega een afscheidsknuffel gegeven, na jaren van samenwerken gaat ze weg. Ik vind dit normaal en goed, levens moeten veranderen, mensen moeten groeien. En misschien, heel misschien, als het werk er niet meer is, ontstaat er uit deze collega ook een vriend.
Geen reacties
Reageer