Ook grote roergangers kunnen er wel eens naast zitten. Het probleem is dat ze dat meestal niet graag toegeven. Je kunt enkel een goddelijke heldenstatus verkrijgen als je onfeilbaar bent en dus verdoezelen ze hun fouten. In 1958 wilde Mao Zedong graag dat zijn natie een grote economische supermacht werd. Hij liet China zijn landbouwproductie opschroeven en gaf opdracht om massaal de " vier pesten" te bestrijden. Mussen, ratten, vliegen en muskieten werden vogelvrij verklaard. Omdat mussen regelmatig graankorrels aten vond Mao dat China best zonder hen kon. In zijn grote wijsheid was hij echter vergeten dat mussen niet alleen graan maar ook veel insecten eten. In het grootste geheim heeft hij toen tweehonderdduizend mussen uit Rusland moeten importeren om de toenemende insectenplagen tegen te gaan.
Weblog
Mao's mussen
Kleine irritaties
Ik heb grote sterke handen met dikke vingers, kolenschoppen zijn mijn oma vroeger. Makkelijk om telefoongidsen mee door te scheuren of een strak zittend deksel van een jampotje te draaien. Maar af en toe kom ik er door in de problemen, zoals bij aanlenglimonade. Als je de dop daar af draait, zit er in het midden van een belachelijk nauwe schenkopening een minuscuul plastic ringetje, waar ik mijn pink nog niet doorheen krijg. Als ik na veel gewurm met een theelepeltje dat lipje omhoog heb gewrongen lukt het me nooit om de sluiting open te trekken zonder dat iele ringetje kapot te trekken. Voor wat voor handen is zo’n fles ontworpen? In veel gevallen is een grote schroefdop toch echt gemakkelijker.
Boker Plus Kwaiken
Dit slanke mes is gebaseerd op de kaiken, een klassiek Japans mes. Oorspronkelijk was dat een simpel vaststaand mes, zonder versieringen dat door zowel mannen als vrouwen voor zelfverdediging werd gebruikt. Vrouwen droegen dit mes in een vouw van de mouw van hun kimono. Het werd getrokken om een belager van zich af te houden of om zelfmoord mee te plegen. De Boker plus Kwaiken is door Lucas Burnley voor Boker ontworpen. Het is een slank zakmes met spitse punt waarvan het lemmet dichtgevouwen helemaal in het heft verdwijnt. Het uitgeklapte mes is 21,3cm en het 3,2mm dikke lemmet van Aus8 staal is 9cm lang.
Het Japanse Aus8 staal is roestvrij en heeft een hardheid van 58HRC. Het wordt door de Aichi Steel Corporation geproduceerd. Het is een taai staal dat makkelijk is te slijpen, het houdt zijn snede echter minder lang dan sommige poederstalen zoals S30v. Voor dit mes is het getrommeld waardoor het een mat verweerd uiterlijk krijgt.
De Kwaiken is een minimalistisch maar functioneel mes. De basisvorm is een platte rechthoek. De lijnen van het heft lopen via de rug recht door naar de scherpe punt. De lijn van de punt, via de buik naar de hiel van de snede, is een ononderbroken curve. De buik, de vingergroef (waar je de linerlock in kunt bedienen) en de ronde duimplaat zijn samen met de schroeven de enige curves in het mes. Het strakke design doet enigszins aan het Bauhaus denken en de kleine hoeken in het heft houden het ontwerp speels en licht. Het mes heeft een open en makkelijk schoon te houden constructie.
Het enige minpunt aan dit mes is de afwerking. Ik heb meerdere van deze messen in mijn handen gehad en de kwaliteit van de uitvoering is niet altijd even consequent. Soms zijn de slijpvlakken van het lemmet niet symmetrisch en lijkt het daardoor scheef te staan of ligt het in gesloten stand niet helemaal recht tussen de liners. In eerdere uitvoeringen was de duimplaat kleiner en helemaal rond. Er kwamen echter veel klachten van gebruikers die het mes moeilijk met een hand konden openen. De nieuwe uitvoeringen hebben nu een grotere ovale duimplaat gekregen. Voor mensen zoals ik, met grote handen blijft het echter lastig om je duim goed onder deze plaat te krijgen, er is dan nu ook een variant met een flipper ontworpen. Maar omdat deze geen vingeruitsparing in het heft heeft en de lijnen van het lemmet door de uitstekende flipper minder mooi in het handvat doorlopen, is het misschien wel een praktischer maar esthetisch bezien minder mooi ontwerp. Het mes is te krijgen met verschillende handvaten, zoals donkergroen micarta of titanium. De afgebeelde versie met oranje micarta handvaten behoort tot een gelimiteerde uitgave. Juist in een simpel design kunnen felle kleuren het effect van een helder ontwerp versterken. Deze boker behoort voor mij dan ook tot een van mijn mooiere messen.
Lees ook: Zero Tolerance 300bw.
Natte washandjes
Mijn zoontje is een kei in het gooien met natte washandjes. Telkens als hij zich heeft gewassen plakken er wel een paar tegen de badkamermuur. Ik heb er ooit eens eentje laten hangen, als ik hem er na een paar weken niet af had gehaald, zou hij er nu waarschijnlijk nog hangen. Dat washandje plakte erg goed aan de badkamertegeltjes, je moest hem er echt aftrekken. Dit fenomeen doet zich bij meerdere materialen voor die je nat maakt, of het nu een nat papiertje of een heel erg natte zweet sok betreft, als het maar net nat genoeg is blijft het aan een glad oppervlak kleven.
Dit komt doordat normaal gesproken permeabele materialen door het opnemen van water geen zuurstof meer doorlaten. Als je ze dus nat tegen een vast oppervlak aandrukt creëer je feitelijk een luchtdichte afsluiting. Om het weer los te halen moet je dus de luchtdruk die het washandje tegen de muur aandrukt, opheffen. Water werkt tevens als een dun laagje lijm. De oppervlaktespanning zorgt ervoor dat beide materialen strak tegen elkaar worden gehouden. Als het water is verdampt zitten de vezels van het washandje zo dicht tegen elkaar dat hun raakvlak met de muur vele malen groter is dan als ze elkaar slechts droog hadden geraakt. De luchtdruk duwt de samengeperste vezels van het washandje dan dus nog steeds tegen de muur. Dat is de reden dat een washandje weken lang aan de muur kan blijven hangen, ondanks dat er geen druppel water meer inzit.
Zero Tolerance 300bw
Voor mijn werk heb ik regelmatig een mes nodig. Ik heb er door de jaren heen dan ook meerdere verzameld en gebruik ze door elkaar. Toch zijn er een paar waar ik extra aan ben gehecht. Zoals de Zero Tolerance 300bw. Dit mes is door Ken Onion ontworpen. Het is uitgeklapt 21,7 cm lang, heeft een heft van 9,5 cm en weegt 237 gram. De handgrepen zijn 3D-gefreesd waarbij de kant met het frame Lock van titanium is en de andere kant van zwart G-10 staal. Het lemmet is 4mm dik en gemaakt van S30v, een duurzaam poederstaal met een hardheid van 58HRC dat tot zes keer langer scherp blijft dan conventionele staalsoorten.
Zakmessen worden vaak in EDC messen (Every Day Carry Knives), tactische messen, gentleman folders en outdoor messen verdeeld. De ZT300bw is echter moeilijk in één van deze hokjes te plaatsen. Te groot en te zwaar voor een EDC, niet puntig genoeg voor tactische toepassingen en niet groot genoeg om als outdoor mes te fungeren. Het is echter een oerdegelijk stuk gereedschap dat in veel situaties prima zal voldoen en buitengewoon goed is ontworpen. Het opent soepel, heeft totaal geen speling, ligt goed in de hand en gaat waarschijnlijk een leven lang mee.
De schoonheid van dit mes ligt in de afwerking en de vorm. Het titaniumheft en het lemmet zijn getrommeld, hierdoor krijgt het mes een verweerd bijna antiek uiterlijk dat goed bij zijn duurzame uitstraling past. De slijpvlakken van het lemmet benadrukken de sterkte en de breedte van het mes. Het heeft een flat grind en behoudt zijn dikte tot vlak bij de punt. Het is duidelijk gemaakt voor zwaar werk. De contouren van het lemmet lopen mooi in het handvat over. De bolle buik met lichte recurve worden in de rug en pommel van het heft gespiegeld. De flipper waarmee het mes geopend kan worden, fungeert tevens als garde en loopt mooi over in de wijsvingergroef. Als je de lijn van de buik doortrekt naar het lemmet wordt deze weer door het uitgefreesde patroon van lijnen in het heft overgenomen en de forse duimsteunen klikken in geopende stand in een uitsparing van het handvat waardoor deze tevens als een extra vergrendeling werken.
Dit mes is moeilijk te categoriseren, er zijn echter geen concessies aan de kwaliteit gedaan en het is met veel oog voor detail ontworpen. Het is een nagenoeg onverwoestbaar mes dat vrijwel elke taak aan kan.
Sleutels in de knoop
Vanmorgen kwam ik bijna te laat omdat ik mijn sleutels niet kon gebruiken. Ik heb verschillende sleutels met een sleutelring bij elkaar aan één sleutelhanger. Normaal levert dit nooit een probleem op, 's morgens doe ik ze in mijn jaszak, 's avonds gooi ik ze op tafel. Maar toen ik vanmorgen weg wilde gaan, waren mijn sleutels klem komen te zitten in de sleutelring. En dan bedoel ik ook echt klem. Hoe ik ook wrikte, ik kreeg ze er niet uit. Hoewel ze er blijkbaar vanzelf in waren geschoten was er geen enkele manier om ze er weer uit te krijgen, het was om gek van te worden. Hoe konden mijn sleutels zo klem komen te zitten zonder dat ik er iets geks mee had gedaan? Ze zouden er met de juiste draai of beweging toch ook weer uit gehaald moeten kunnen worden? Ik kon het niet verkroppen dat ik deze puzzel niet kon oplossen en ik heb er langer dan ik me kon veroorloven mee staan worstelen. Uiteindelijk heb ik de sleutelring toch moeten doorknippen. Als ik straks een nieuwe haal, zorg ik er wel voor dat hij extra groot is.
Deuren zijn grenzen
Elke deur, poort of entree is een doorgang naar een andere wereld. Je laat de ene ruimte achter en je betreedt een andere. Zo’n doorgang geeft een grens aan, een kader tussen twee werelden. Men laat bij het passeren van een grens meer achter zich laat dan alleen de ruimte. Soms als je een andere kamer instapt, vergeet je waarom je daar bent. Als je dan terugloopt, schiet het je vaak weer te binnen. Het is alsof je de reden waarom je de kamer verliet in de kamer had achtergelaten. Onderzoekers kwamen er achter dat dit ook precies is wat er gebeurt. Door twee verschillende groepen eenvoudige taken te geven die ze moesten uitvoeren terwijl ze liepen, kwam men er achter dat diegene die hierbij door een deur gingen hun taken drie maal sneller vergaten. Het blijkt dat onze geest deuren inderdaad als grenzen beschouwt en dat veel beslissingen die in een ruimte worden genomen daar ook worden bewaard. Dit sluit mooi aan bij de constructie van een geheugenpaleis. Al sinds de oudheid gebruikt men deze geheugenconstructie waarbij men bepaalde herinneringen op een specifieke plaats in een gedachtenpaleis opslaat. Door in gedachte de kamers in dit paleis te bezoeken, herinnert men zich ook weer welke gedachten men daar had opgeslagen. Deze techniek is goed gedocumenteerd en helpt mensen om de meest uiteenlopende informatie voor lange tijd op te slaan.
Vertraagde pas
Hoewel ik op weg was naar een afspraak en eigenlijk al wat aan de late kant was, ging ik onwillekeurig toch steeds langzamer lopen. De drukte in mijn hoofd overstemde de dag. Maar langzamerhand sijpelde er toch iets binnen. De zon stond laag en wierp lange schaduwen over de straat. Er waren wel wolken maar de zon schoot er krachtig tussendoor. Het trillende licht scheerde over de muren en trok mijn aandacht. Allerlei details vielen me op, een klein spinnenweb tussen een deurknop en een brievenbus, barsten in een oude rode baksteen en weerspiegelingen in een ruit. Op een vensterbank groeide tussen de voegen een klein lichtgevend groen plukje mos en achter een beslagen raam stonden een paar planten. De zon had de meeste condensatie verdampt maar op het glas de silhouetten van de planten laten staan. Toen ik schaamteloos naar binnen keek, zag ik mijn eigen ogen in de reflectie. Ik was totaal vergeten waar ik moest zijn.
Lees ook: Het hoekje om.
Begraafplaatswapens
Tussen de 18e en 19e eeuw was er een tekort aan lijken. Niet dat er niet genoeg mensen dood gingen, dat was niet het probleem. Er waren alleen niet genoeg dode lichamen beschikbaar om aan de toenemende vraag van medische faculteiten te voldoen. Zij hadden een regelmatige toevoer van redelijk verse lijken nodig om hun studenten les in de menselijke anatomie te kunnen geven. Zoals altijd als de vraag groter is dan het aanbod ontstonden er handeltjes en menig overdag ter aarde bestelde werd ik de donkere uurtjes weer opgegraven en doorverkocht. Aangezien niemand het een fijn idee vindt dat zijn dierbaren worden ontleed, bedacht men allerlei trucs om deze “diefstal” tot een minimum te beperken. Zo begroef men veel mensen in een speciale “mortsafe” een soort van lijkenkluis, van waaruit men de lichamen niet meer kon ontvreemden.
Daar stopte het echter niet mee. Veel begraafplaatsen zorgden voor hun eigen afweersysteem om hun klanten ten dienst te zijn. Ze voorzagen hun graven van boobytraps. En deze boobytraps waren niet misselijk, één daarvan was het begraafplaatsgeweer (cemetery gun). Een groot geweer met afgezaagde loop dat op een speciale draai-arm was bevestigd en met verschillende struikeldraden was verbonden. Als een grafrover zich op de verkeerde plek bevond en zo’n geweer liet afgaan, werd hij door een forse lading steenzout of hagel getroffen. De grafrovers waren echter ook niet gek en zij stuurden overdag als weduwe vermomde verkenners naar de begraafplaatsen om uit te zoeken waar de struikeldraden lagen. In antwoord hierop zetten de eigenaren van de begraafplaatsen hun geweren alleen nog na sluitingstijd op. Maar omdat deze wapens weinig onderscheid konden maken tussen kwaadwillende dieven en grievende weduwen werden ze uiteindelijk verboden. Een andere, effectievere, manier was het gebruik van torpedo’s. Deze werden in de graven bevestigd en als iemand ze probeerde te openen, ging de bom af. Deze torpedo’s werkten buitengewoon goed, niet in de laatste plaats vanwege de uitgekiende marketingcampagne die potentiele nabestaanden en dieven van hun effectiviteit overtuigden. De marketing slogan was als volgt: “Sleep well sweet angel, let no fear of ghouls disturb thy rest, for above thy shrouded form lies a torpedo, ready to make minced meat of anyone who attempts to convey you to the pickling vat”.
Lees ook: Mortsafe.
Dataopslag
Er zijn twee soorten harde schijven. Schijven die kapot zijn en schijven die nog niet kapot zijn. Het is geen kwestie van óf ze kapot gaan maar van wanneer ze kapot gaan. Alsof het nog niet moeilijk genoeg is om al je data steeds op andere dragers te moeten overzetten, moet je er ook nog eens van uitgaan dat deze dragers het op willekeurig welk moment kunnen begeven. Met mijn platen had ik achteraf gezien weinig problemen, behalve dan dat ze na veel draaien wat grijzer werden en iets minder fris klonken. Mijn cassettebandjes gingen vrij lang mee maar werden er met de jaren ook niet beter op. Dat probleem had ik dan weer niet met CD’s maar om de een of andere onverklaarbare reden kun je die na een aantal jaren ineens niet meer afspelen. Dit blijkt met Blu-rays nu ook het geval te zijn en zelfs Usb-sticks of Hard-drives zijn dus niet veilig. Nu zou je in een cloud kunnen gaan werken maar ook die servers kunnen er uit klappen en dus wordt je aangeraden om steeds voldoende back-ups te maken. Het gekke is, dat na al die jaren mijn vinyl de tijd nog het beste heeft doorstaan. Wat zegt dat wel niet over cassettebandjes, Floppy’s, Mini-disc, Digital-8, Laser discs, Cd’s, Dvd’s, Blu-rays, hard-discs, Usb-sticks en Flasgeheugen?