André Franquin (1924-1997) is voor mij de onbetwiste koning van de strip. Geboren in het Belgische Etterbeek kwam hij uit een familie waar niet werd gelachen. Zijn vader heeft hem nooit vergeven dat hij “maar” tekenaar werd en de jonge Franquin ontwikkelde een minderwaardigheidscomplex waar hij nooit meer van af is gekomen. Hij schuwde alle publiciteit, liet zich niet fotograferen en hem interviewen was een nagenoeg onmogelijke opgave. Zijn zwierige en losse stijl, waarbij hij zelfs zijn handtekeningen tot een grap maakte, heeft onnoemelijk veel tekenaars beïnvloed en Hergé, de tekenaar van Kuifje, zij ooit over hem; “Franquin is een groot kunstenaar, waarover ik slechts een armzalige tekenaar ben”. Franquin heeft de zogenaamde klare lijn in het striptekenen verheven tot een vrij en expressief handschrift en zijn strips barsten van het tekenplezier en de “gags”.
Hij heeft 21 jaar lang aan de Robbedoes en Kwabbernoot strips gewerkt tot hij midden in het album QRN voor Bretzelburg, op het moment dat Kilikil aan zijn marteling met het krijtje op het schoolbord wil beginnen, in een diepe depressie valt. Hij stopt midden in het album (dat later gelukkig wel wordt afgemaakt) en vind alleen nog plezier in het tekenen van Guust. Deze Guust (Gaston Lagaffe) is de eerste werkloze en slome stripheld. In 1957 maakte hij onaangekondigd zijn debuut in het Robbedoes striptijdschrift en langzaam groeide zijn aanwezigheid uit van één cartoongags tot twee stripstrookjes naar een volle pagina. Franquins enorme werkritme, zijn hang naar perfectie, een virale hepatitus infectie en zijn minderwaardigheidscomplex zorgden ervoor dat hij in diepe depressies verkeerde en soms verstreken er maanden voor er weer een nieuwe aflevering van Guust verscheen. Dit tot verdriet van zijn vele fans.
Hoe kon iemand die anderen zoveel plezier en vrolijkheid heeft geschonken zelf zo depressief en somber zijn? Als tekenen zijn uitlaatklep was heeft hij daarmee een schat aan materiaal achtergelaten, het is alleen jammer dat hij zelf nooit heeft kunnen waarderen hoe ontzettend goed hij was. Guust Flater was de eerste strip waarbij ik gehuild heb van het lachen. Ik kan ze keer op keer lezen en Guust is voor mij uitgegroeid tot een echte held. Hij heeft zijn hart op de goede plaats, probeert altijd iemand te helpen (door iets uit te vinden) en is met zijn kat op schoot de gelukkigste mens op aarde. Toch hebben zijn verhalen iets nostalgisch, de wereld waaruit Guust is ontsproten bestaat niet meer. Het stadsbeeld is drastisch veranderd en alle kleurrijke personages die zijn strips sierden zouden nu niet meer kunnen bestaan. Franguin, bedankt voor Joost van de overkant, juffrouw Jannie, vondelaar, Krasser, Pruimpit, Meneer de Mesmaeker, Katje, Lachmeeuw, Bobbeltje en natuurlijk voor Guust!