Ik had als puber een poosje een leuke en lieve vriendin. Toen ik echter voor het eerst bij haar thuis kwam, sloeg de schrik me om het hart. Het meisje was elegant, zacht, welbespraakt en intelligent. Haar moeder was in alles het tegenovergestelde. Zij had een bek met tanden waar zelfs de meest positieve tandarts geen heil meer in zou zien en het geluid dat daar uitkwam bezat een poëzie die alleen een proctoloog zou kunnen waarderen. Dit geheel werd omgeven met een aura van vermoeidheid en onbehagen waardoor elke beweging er uit zag of het haar laatste was. In vergelijking met haar moeder stonden de verdroogde geraniums met de uitgedrukte sigarettenpeuken in hun plastic bakjes er fris en verzorgd bij.

 

Ik kon mijn ogen niet van haar af houden en ik heb geloof ik een volle drie minuten met open mond naar haar staan kijken. Blijkbaar had ze gedurende die tijd wel iets tegen me gezegd want ik zag aan haar gefronste wenkbrauwen dat ze op een reactie van mij wachtte. Enigszins beduusd keek ik vanuit mijn ooghoek naar mijn meisje voor steun. En dat had ik nou juist beter niet kunnen doen. Alsof de betovering was opgeheven zag ik in dat korte moment het evenbeeld van haar moeder, weliswaar jonger maar onmiskenbaar dezelfde kenau. Een oude volkswijsheid galmde door mijn hoofd en verdrong alle andere gedachten en emoties: ‘zo moeder, zo dochter’, waar was ik aan begonnen?

 

Hoe die prille relatie aan zijn einde is gekomen weet ik niet meer, ik kan me zelfs de naam van het meisje niet meer herinneren. Het enige dat me nu nog duidelijk bijstaat is het beeld van haar moeder.

 

De uitdrukking ‘zo moeder zo dochter’ is al behoorlijk oud. In de zesde eeuw voor Christus schreef de profeet Ezechiël (16:44): “Zie, iedere spreukendichter zal over u deze spreuk gebruiken: zo moeder, zo dochter.” In de Delftse Bijbel uit 1477 staat: “Also die moeder is: also is oeck haer dochter.” En in de Leuvense Bijbel uit 1548: “Ghelijc die moeder, alsoo is haer dochter ooc.”

 

Waarom onze relatie werd verbroken vind ik niet meer belangrijk, gesteund door zoveel Bijbelse wijsheid kan ik er nu alleen maar blij om zijn. Het idee om ooit eens wakker te worden en die verdroogde geraniums met die uitgedrukte sigarettenpeuken naast me te zien liggen,.. Ik krijg er nu nog rillingen van.