Veel bedrijven zijn volledig outputgericht. Een veel gehoorde uitspraak is daar; “linksom of rechtsom, het maakt me niet uit hoe, als je de targets maar haalt”. Het werk wordt een middel om een doel te halen. Hoewel dit misschien logisch klinkt is het dat niet. Werk is ook een doel op zich. Als een bedrijf zich volledig op winst richt werkt dat onverschilligheid bij de werknemers in de hand en verlaagt het klanten tot nummers.

 

Een typisch outputgericht bedrijf werkt met prestatiegerichte bonussen. Deze zijn echter minder effectief. Het halen van de bonus wordt het enige doel en al het andere is ondergeschikt. We weten allemaal tot welke excessen en gevaren dit systeem kan leiden. Mijns inziens kun je goede prestaties beter belonen met meer bevoegdheden, interessantere taken of ontwikkelmogelijkheden.

 

We mogen in onze welvaartstaat verwachten dat werk ons meer biedt dan een inkomen en sociale zekerheid. Veel bedrijven zijn echter zo outputgericht dat ze trotser zijn op hun winstcijfers dan op wat ze produceren. Bij werken gaat het wel degelijk over opbrengsten maar niet alleen om de financiële. Ook klantentevredenheid, werknemersgeluk en maatschappelijk belang zijn opbrengsten. Door die echter ondergeschikt aan de winst te maken ondermijn je de kracht en het voortbestaan van het bedrijf.