Vroeger fotografeerde men veel minder. Men maakte foto’s van belangrijke gebeurtenissen en momenten, drukte deze af en plakte ze in albums of stopte ze in lijstjes.  Fotograferen kostte moeite én geld, men bewaarde de gemaakte foto’s dan ook trouw. Nu fotografeert men meer dan ooit. Dankzij de mobiele telefoon wordt alles gedocumenteerd. Toch worden veel foto’s nu om andere redenen gemaakt dan vroeger. Men maakt haast geen foto’s meer van een mooie berg, een interessant gebouw of een bijzondere gebeurtenis als dit niet ook direct iets verteld over de persoon die de foto maakt. Via de sociale media laat men zien waar men is en wat men doet. Bijna alsof men aan een autobiografie werkt of een zelfportret maakt. Kijk eens wat ik zie, kijk eens waar ik ben, kijk eens wat ik doe... Het lijkt er sterk op dat één van de redenen waarom de sociale media zo’n enorme opmars maken, ligt in het feit dat men ongebreideld zijn ego kan voeden. Men heeft nu de kans om zijn eigen persona te verzinnen en daar een passend verhaal bij te vertellen, een verhaal dat vrijwel uitsluitend gaat over hoe iemand wil dat een ander hem ziet.