Hoewel ik mijn tweede zelfgemaakte mes uit 2015 best geslaagd vond, waren er toch een paar dingen waar ik me later aan stoorde. Op zich is dat niet zo gek, het was tenslotte pas mijn tweede mes. Toen ik het ontwierp, had ik iets te veel aandacht aan de vorm en het lijnenspel besteed en niet genoeg aan het gebruiksgemak. De ergonomie kon beter en de snij-eigenschappen lieten ook wat te wensen over. In plaats van een hele nieuwe variant te maken, besloot ik om de eerste versie aan te passen. Op het eerste gezicht lijken deze aanpassingen niet zo ingrijpend, maar ze maken wel een wereld van verschil. Het mes ligt nu niet alleen prettiger in de hand, het snijdt ook veel beter.
Om te beginnen heb ik de sik achter de kleine choil weggeslepen en vervangen voor een grote choil die als vingergroef dienst kan doen, op die manier kun je het mes ook dichter op het lemmet vasthouden voor meer controle bij het snijden. Het schuine vlak voor op de bolsters (krop) is vergroot en er is een extra vlak aan de bovenkant ingeslepen. Dit vlak maakt de voorkant van het heft slanker, verandert de lijnen in het mes en zorgt dat het makkelijker in de hand ligt. De onderkant van de bolsters tussen beide choils is afgerond en de grote vingeruitsparing in het handvat is wat dieper gemaakt. Deze is, net als de onderkant van de achterzijde van het heft, verder afgerond. De korte omhooglopende curve aan de achterkant van het mes is iets afgevlakt, waardoor dit wat minder in de handpalm drukt en de lange curves van het mes beter uitkomen. De afronding van het heft begint iets achter het uiteinde, waardoor het zijprofiel gelijk is gebleven maar de pink wat meer houvast heeft. Verder is de stompe hoek op de achterkant afgevlakt naar een zwakke curve.
Het lemmet was bij de snijrand iets te dik waardoor het mes wat moeizaam door dikkere materialen heen sneed. Het profiel is van een volledige platte slijping (flatgrind) met dubbele vouw (double bevel) naar een gedeeltelijke convexe slijping aangepast. Het begint bij de rug van het lemmet als een flatgrind en buigt zich richting de snede langzaam naar binnen, hierdoor zit er nog genoeg vlees op het staal maar snijdt het wel een stuk makkelijker. De plungeline, de overgang op het lemmet tussen de ricasso en de snede is van een steile rechte lijn naar een zachte curve tot tegenaan de bolsters doorgetrokken. De punt zelf is ook iets verlaagd, waardoor het droppointprofiel beter uitkomt en wat stomper gemaakt zodat hij bij steek- en wrikwerk minder kwetsbaar is. Omdat ik het beter bij dit mes vond passen, heb ik de afwerking van het schuurwerk wat grover gehouden, ook is het lemmet nu i.p.v. in de lengterichting, schuin op de snede afgewerkt. Dankzij alle aanpassingen is het mes een stukje licht geworden. Al met al vind ik het er flink op vooruit gegaan, maar ik ga er zeker geen gewoonte van maken om al mijn eerdere messen aan te passen.
Les ook: Tweede zelfgemaakt mes.
Geen reacties
Reageer