ZGM 16 6-2021 7494ZGM 17 6-2021 7508Deze twee mesjes zijn experimenten. Ten eerste omdat ze allebei volledig uit één stuk staal zijn gemaakt en ten tweede omdat ze met zwart ijzeroxide zijn afgewerkt. Ik wilde al langer eens proberen om een mesje uit één stuk staal te maken en omdat ik nog een lekker dik stuk L-6 gereedschapstaal had liggen én dit een niet roestvast koolstofstaal is, heb ik dat gebruikt. L-6 heeft een koolstofgehalte van 0,7% en behoort dus tot de hoog koolstofstalen, mits in olie gehard kan het een hardheid tot 64HRC bereiken. Omdat het bekend staat om zijn schokbestendigheid en vormbehoud wordt het ook wel voor zwaarden gebruikt.

 

Mesje no. 16 heeft afgeronde vormen en lijnen. Het lemmet met de valse snede is hol geslepen en alle randen aan het handvat zijn afgerond. Omdat ik genoeg dikte bij het handvat wilde overhouden en tegelijkertijd een mooi dun snijvlak wilde, is het lemmet t.o.v. het heft dunner geslepen. Vlak voor de overgang is het handvat nog 9mm dik, het lemmet direct daarna slechts 3mm. Om stresspunten zoveel mogelijk te vermijden is deze overgang van dik staal naar het slankere lemmet geleidelijk. Een rechte voelbare rand aan het lemmet geeft duidelijk aan waar deze overgang begint.

 

ZGM 16 6-2021 7483ZGM 16 6-2021 7497ZGM 16 6-2021 7496ZGM 16 6-2021 7500Het lemmet loopt taps af naar de punt en is ook naar de achterkant toe taps geslepen. Bij het koordoog is het handvat 4mm dik. Voor het comfort is de hele buik van het handvat volledig afgerond maar de rug slechts in geringe mate, hierdoor blijft er voldoende oppervlak over om je duim op de rug te kunnen leggen. Het hele mesje is 15cm lang, 2cm breed, 9mm dik en weegt 96gram.

 

ZGM 17 6-2021 7512ZGM 17 6-2021 7505ZGM 17 6-2021 7514ZGM 17 6-2021 7516Mesje no. 17 is hoekig en recht. Net als bij 16 is het lemmet smaller dan het handvat, in dit geval zelfs 2mm dik t.o.v. het 9mm dikke handvat. Het staal loopt naar voren en achteren taps af. Bij het koordoog is het handvat 3mm dik. De valse snede loopt als lijn door in het handvat waarna hij halverwege tot aan de onderste punt achteraan het handvat schuin wegloopt. De zijkant van het handvat bestaat uit drie platte vlakken en de overgang naar het lemmet is niet geleidelijk maar in een hoek. Er zitten geen afgeronde vlakken of lijnen in dit mes. In tegenstelling tot mes no. 16 is dit mes niet met schuurpapier nabewerkt, de wat grovere slijplijnen van de schuurmachine zijn dus nog duidelijk zichtbaar op het staal en zorgen voor een ruwer oppervlak. Het hele mesje is 14,5cm lang, 1,8cm breed, 9mm dik en weegt 77gram.

 

Omdat koolstofstaal roest, wilde ik het een duurzame afwerking geven. Bij de stootplaat van mijn 6e mes had ik al een keer met zwart ijzeroxide geëxperimenteerd, bij deze messen heb ik dat proces verbeterd. Door het staal te roesten ontstaat er bruine roest, Fe2O3 die door het te koken via een endothermische reactie wordt omgezet in zwarte roest, Fe3O4, ook wel bekend als magnetiet. Dit is heel hard en heeft de bekende blauwzwarte kleur die je met oud gebruikt ijzer associeert. Afhankelijk van de manier waarop en hoe grof het ijzer is geschuurd, hoe lang het wordt gepekeld, waarin het wordt geroest en afgekookt en waarmee het wordt afgewerkt, kun je verschillende tinten en texturen van de magnetiet afwerking bereiken.  

 

ZGM 16 6-2021 7501-2ZGM 17 6-20217516-2Deze beide mesjes zijn meer dan tien keer geroest en gekookt, waarbij het staal tussentijds steeds met een grove doek werd afgewreven. Het resultaat is een homogene huid van magnetiet die het hele mes bedekt en het een duurzame bescherming geeft. Magnetiet is corrosiebestendig en in tegenstelling tot veel opgebrachte zwarte coatings erg hard en zal daardoor niet makkelijk krassen. Het oxide is bij mesje no. 16 donkergrijs tot diepzwart en heeft een zijdeglans met groene tint. Bij mesje no. 17, waar de slijplijnen voor een ander oppervlak zorgden, is de kleur wat donkerder en de glans wat doffer. Omdat het magnetiet zich daar tussen de richels ophoopte, werd dit tussen de roest-kook beurten in minder snel weggepoetst en resulteerde dat bij de uiteindelijke oxidelaag in dunne zwarte lijntjes in de slijprichting.

Beide mesjes zijn als experiment geslaagd, ik heb er wederom veel van geleerd. Waarschijnlijk pas ik dit oxideproces binnenkort ook eens toe bij het lemmet van een groter mes.

 

Lees ook: Van rode naar zwarte roest, klik hier voor meer zelfgemaakte messen.