Dit slanke mes is gebaseerd op een traditionele Japanse kaiken. Deze sobere dolken werden veelal door vrouwen in een zakje in de mouw (tamato) van hun kimono gedragen. Als een vrouw met een samoerai trouwde, werd er van haar verwacht dat zij een kaiken bij zich droeg als ze bij haar man introk. Deze messen werden gebruikt voor zelfverdediging of bij rituele zelfmoord waarbij de vrouw er de aders aan de linkerkant van de hals mee doorsneed (jigai). Momenteel behoren deze kaiken nog steeds tot de traditionele klederdracht en worden ze in de sjerp (obi) van een kimono gedragen. Kaiken werden echter ook door mannen gebruikt, ze waren een compact alternatief voor hun grotere zwaarden, die bij gevechten in kleine ruimtes minder effectief waren.
Kaiken zijn tussen de 20 en 25 cm lang met een slank lemmet en scherpe punt. Over het algemeen zijn ze sober met een eenvoudig handvat en strak profiel. Tegenwoordig spreekt met kaiken uit als kwaiken, ze staan echter ook bekend als futokoro-gatana, wat zich laat vertalen als zak-zwaard of kledingvouw-zwaard.
Het hele mes is 22,5 cm lang en weegt slechts 75 gram. Het damascus lemmet is 11,25cm lang, op het breedste punt 2cm breed en 3,5 mm dik. Het is gemaakt van koolstofstaal en heeft een mozaïek patroon. Het handvat is even lang als het lemmet, op het breedste punt 1cm dik en gemaakt van gestabiliseerd slangenhout, dat ook wel bekend staat als letterhout (Piratinera guianensis).
Beide meshelften zijn gescheiden door een 1mm dikke messing spacer en zijn met drie roestvrijstalen pinnen aan elkaar bevestigd. Het lemmet, dat een stukje in het handvat doorloopt, heeft in het verzonken gedeelte aan beide kanten ook een kleine messing spacer.
Lees ook: Zelfgemaakt mes no. 11, en klik hier voor meer afbeeldingen van zelfgemaakte messen.
Geen reacties
Reageer: