Zanddollars (Clypeasteroida) zijn sterk afgeplatte stekelhuidigen die nauw zijn verwant aan de zee-egel. Ze leven op de zeebodemen en hun gebleekte skeletjes spoelen vaak aan op het strand. Tijdens hun leven is dit skelet door een fluweelachtige huid met ontelbare haartjes en stekeltjes omgeven. Zanddollars zijn buitengewoon goed aan hun leefomgeving aangepast. Ze leven meestal dicht onder de kust waar de stroming en golfslag vaak het sterkst is. Omdat ze van de voedingsstoffen in de bovenste dunne laag zand van de zeebodem leven, is het voor hun van belang dat ze niet door de stroming worden weggevoerd. De sterk afgeplatte vorm van de zanddollar zorgt ervoor dat hij minder snel door de waterkrachten opgetild of versleept kan worden. Jonge exemplaren nemen daarnaast zoveel mogelijk korrels magnetiet uit het zand op om hun gewicht te vergroten. Je zou verwachten dat de afgeplatte vorm van de zanddollar er voor zorgt dat hij, net als bij een vliegtuigvleugel, door het stromende water boven hem wordt opgetild. Groeven aan zijn onderzijde zorgen er echter voor dat de opwaartse druk van het water en zand verspreid en afgevoerd kan worden. Bij sommige soorten hebben deze groeven zich tot grote inkepingen ontwikkeld.
De vele duizenden kleine stekels op zijn huid zijn beweeglijk en stellen hem in staat om zich over de zeebodem te bewegen, tevens zorgen ze ervoor dat hij niet nodeloos onder het zand wordt bedolven. Ze houden de drukverspreidingskanalen open en vervoeren het zand naar zijn mond. Dankzij deze stekels kan de zanddollar de zeebodem ook als een vloeistof laten stromen. Sommige dikke viscose stoffen zoals modder kunnen, door het te laten bewegen reageren als een vloeistof. De zanddollar gebruikt deze thixotrophische eigenschap van de zeebodem om zichzelf te begraven of te bewegen.
De schijnbaar bewegingsloze zanddollar maakt zo effectief gebruik van de hydrodynamische en thixotropische eigenschappen van zijn omgeving dat hij in woelig water moeiteloos op de bodem kan blijven liggen.
Geen reacties
Reageer