In de volksmond worden de extravagante rupsen van de witvlakvinders zonderlingen genoemd. Deze opvallende rupsen ontpoppen zich uiteindelijk tot vrij onooglijk nachtvlinders. De mannelijke rupsen hebben volgens sommige bronnen knalgele kwastjes haren op hun rug en de vrouwelijke zouden herkenbaar zijn aan witte kwastjes. Naast deze vier dikke haarborstels hebben de rupsen nog een paar geveerde zwarte pluimen als horens aan de voorkant naast hun kop en twee, op vinnen lijkende zwarte pluimen aan de zijkant. Verder nog een lange zwarte borstel als staart op hun achterste en op elk segment een felrode wrat met harde witte haren. Onder al die haren zit een vaal-blauwgrijze rups met geelwitte lengtestrepen en een zwarte kop. Zoals de meeste rupsen van de donsvlinderfamilie hebben ze op hun achterlijf, op segment zes en zeven, speciale klieren waar ze hun haren langs halen. Men weet nog niet zeker waar deze speciale klieren voor dienen, maar volgens sommige bronnen scheiden ze een gif af. Je kunt deze rupsen dus beter niet met blote handen oppakken omdat de vele haren makkelijk tot huidirritaties kunnen leiden.
De mannelijke rupsen worden uiteindelijk bruinoranje nachtvlinders met op elke voorvleugel een witte vlek en de vrouwelijke rupsen ontwikkelen zich tot dikke legmachines met twee onontwikkelde vleugelstompjes. Direct nadat de wijfjes uit hun cocon kruipen, lokken ze de mannetjes met feromonen naar zich toe. De honderden eitjes worden na de paring op de harige cocon afgezet, overwinteren daar en produceren het volgende voorjaar weer een nieuwe generatie van superbehaarde extravagante zonderlingen.
Geen reacties
Reageer