weidebeekjuffer (calopteryx splendens) 4835De mannetjes van de weidebeekjuffer lijken enigszins op die van de bosbeekjuffer, hun vleugels zijn in tegenstelling tot die van de bosbeekjuffer echter niet helemaal donker, maar aan de top en basis doorschijnend. De vrouwtjes hebben geen metaalglanzend blauw lichaam en geen donkerblauwe vlekken op de vleugels. Zij hebben een glanzend  licht groenbruin lichaam met doorzichtige groene vleugels. Aan het uiteinde van hun vleugelpunt ligt tevens een opvallend witte vlek, het pseudopterostigma. Bij jonge mannetjes moeten de donkere vleugelbanden zich eerst nog ontwikkelen en verkleuren de vleugels langzaam van donkerbruin naar diepdonkerblauw. Het is de grootste (tot 5 cm lange) en mooiste juffers uit ons land, ze zijn vrij algemeen en je komt ze vooral in de buurt van langzaam stromende beekjes en rivieren tegen. Het zijn vaardige vliegers die soms ver van het water worden aangetroffen.

 

Het mannetje overziet zijn territorium vanaf een zitpost en zal hier ook regelmatig op terugkeren. Aan eventuele indringers laat hij de binnenkant van zijn vleugels zien. Als dat niet voldoende is, gaat hij een schijngevecht aan, dat hij meestal ook wint. Als er een vrouwtje langskomt laat hij haar zijn lantaarntje, een witte stip aan de onderkant van zijn achterlijf, zien. De mannetjes van de verschillende beekjuffersoorten hebben verschillende gekleurde lantaarns aan hun achterlijfspunten, wat het voor de vrouwtjes makkelijker maakt om hun eigen soort te herkennen. Tijdens de bruiloftsdans vliegen de mannetjes van de weidebeekjuffer boven het water en pronken met hun gekleurde vleugels. Voor de paring grijpt het mannetje het vrouwtje met zijn achterlijfstangen achter de kop en brengt zijn geslachtsopening voor de hare, ze vormen dan het voor parende juffers kenmerkende hartvormige paringsrad. De paring duurt meestal een kwartier en het vrouwtje zet haar eitjes daarna met haar ovipositor af in waterplanten. Soms begeeft ze zich daarvoor zelfs helemaal onder water. Enkele decennia geleden liepen de beekjufferpopulaties sterk in aantal terug, dit kwam door watervervuiling en kanalisering. Als overlevingsstrategie zetten ze hun eitjes af in schoon en stromend water, gelukkig is daar de laatste jaren weer meer van te vinden en kun je de weidebeekjuffer weer vaker tegenkomen. Ze zijn een goede indicator voor een gezonde biotoop. De larven zijn te herkennen aan hun lange poten en voelsprieten en hebben zo’n tien maanden nodig voor ze aan hun transformatie tot volwassen juffer kunnen beginnen.