Landzoogdieren gebruiken een trommelvlies om geluidstrillingen naar hun binnenoor te geleiden. Onder water heeft een trommelvlies echter weinig nut. Als wij met onze oren onder water geluiden horen krijgen we deze niet via onze trommelvliezen binnen maar grotendeels omdat de botten van onze schedel deze trillingen rechtstreeks aan ons binnenoor doorgeven. Dit binnenoor wordt door een keihard bot omgeven. Dit oorbeen of bulla is bij zoogdieren aan de schedel vastgegroeid. Bij walvissen zitten ze echter los achter de kaak. Walvissen kunnen onder water horen omdat trillingen in het water via de schedel door de met vet gevulde kaakbotten aan de bulla worden doorgegeven. Walvis bullae zijn de hardste botten in een walvisskelet. Ze werden vroeger vaak, net als het walvisivoor, gegraveerd met allerlei afbeeldingen (scrimshaw).
De bullae zijn evolutionair gezien ontstaan vanuit de hoekbotten in de onderkaak van reptielen. Dit gehoorbeen ontstaat bij zoogdieren als een los bot (het tympanische bot) en beschermt het binnenoor. Bij landzoogdieren groeit het vast aan de schedel en vormt dan het tympanische gedeelte van het temporale bot. Bij walvissen blijft dit bot echter hun hele leven los.
De bullae van walvissen zijn gekromd, lijken wel wat op een oor of een schelp en hebben een duidelijk verdikte zijkant, het involucrum. Deze verdikkingen van de bullae zijn iets dat alle walvisachtige gemeen hebben. Bij een gefossiliseerde bulla is de dunne schelpachtige wand vaak afgebroken en wordt alleen het versteende involucrum gevonden.
De afgebeelde bullae stammen uit het Plioceen en zijn ongeveer 3.000.000 jaar oud.
Geen reacties
Reageer: