oog van tonijnKoud is langzaam, warm is snel. Koudbloedige dieren komen maar langzaam op gang en hebben de warmte van hun omgeving nodig om goed te kunnen functioneren. Dat is natuurlijk een probleem als je koudbloedig bent en je in een koude omgeving bevindt. In die situatie bewegen dieren zich meestal langzaam en sparen ze hun energie. Nu functioneren niet alleen spieren beter als ze warmer zijn maar ook ogen. Vissen zien in water van 20°C tien keer beter dan in water van 3°C. Dat maakt het voor roofvissen lastig om op grotere dieptes, waar de temperatuur al snel daalt, hun prooi nog goed te zien. Sommige roofvissen zoals enkele haaien, tonijn en zwaardvissen hebben speciale organen die hun softbal grote ogen 10 tot 15 graden boven de temperatuur van het zeewater kunnen houden. Dit orgaan is een aangepaste oogspier die zowel de ogen als de hersenen van warmte voorziet, hierdoor kunnen de jagers hun prooi een stuk beter zien dan de prooi de jager. En dat geeft ze natuurlijk een enorm voordeel bij de jacht.

 

Lees ook: De cycloop.