Altijd als ik eksters zie, tel ik ze. Bijna onbewust roep ik dan een rijmpje af dat ik meer dan 20 jaar geleden voor het eerst hoorde. Ik zat achter in een kleine auto en reed door het Engelse platteland. Het was al later en de zon stond laag. Telkens als hij tussen de bomen door kwam, verblindde hij me en duurde het even voor ik de weg weer kon zien. De bestuurder riep ineens “two is for joy” en wees naar twee eksters die voor de wielen opvlogen. Toen ik vroeg wat hij bedoelde droeg hij het hele versje voor. Het kwam uit een oud kinderrijmpje en het gaat over het bijgeloof dat het aantal eksters dat je op je pad tegenkomt je geluk bepaalt.

 

One for sorrow

Two for joy

Three for a girl

Four for a boy

Five for silver

Six for gold

Seven for a secret, never to be told

Eight for a wish

Nine for a kiss

Ten for a bird, you must not miss.

 

Ik kan me met de beste bedoelingen de meeste regels, ezelsbruggetjes en geheugensteuntjes waar ik op de middelbare school vele avonden op heb zitten blokken niet meer herinneren. Maar telkens als ik eksters zie, zit ik weer in die auto en hoor ik het rijmpje.