In Noorwegen noemt men de tureluur rødstilk, in Zweden rödbena, in Denemarken rødben, in Engeland, net als in Frankrijk en Italië, redshank en in Duitsland rotschenkel. Blijkbaar vallen zijn lange rode poten nagenoeg iedereen op, behalve de Nederlanders, wij noemen deze vogel als enige naar zijn roep (tjululuu).
In de Hardangervidda zag ik er laatst eentje op een steen staan, hij was zo goed gecamoufleerd dat ik eigenlijk alleen zijn felrode (oranje) poten zag, zijn lijf viel nagenoeg weg in de achtergrond. Omdat hij geen geluid maakte, had ik hem zonder die felle poten ook nooit herkend, wat mij betreft had hij in het Nederlands dus ook gewoon roodpoot of roodstelt mogen heten.
Dat men zijn oranje poten overal rood noemt, heeft dezelfde reden als waarom wij een roodborstje geen oranjeborstje noemen.
Lees ook: Tureluurs in de Groene Jonker en Waarom een Roodborstje geen Oranjeborstje heet.
Geen reacties
Reageer