Evolutie heeft geen doel, geen richting. Ze maakt de wereld niet beter. Ze zorgt er slechts voor dat het leven zich aan veranderingen kan aanpassen. Hoewel we graag denken dat evolutie verbetering inhoudt, is evolutie niets meer en minder dan aanpassing.

 

In de natuur wordt je succes afgemeten aan je nageslacht. Het nadeel is dat het produceren van nageslacht veel energie vraagt. Je kans op succes neemt fors af als een vrouwtje niet wil copuleren of als je sperma met dat van een ander mannetje moet concurreren. Er zijn dan ook talloze strategieën ontwikkeld om ervoor te zorgen dat een vrouwtje, dat heeft gepaard, daarna niet meer met een ander mannetje kan paren. Eén van de meest gebruikte  is het na de paring dichtlijmen van het vrouwelijke copulatie orgaan. Deze strategie wordt bij veel insecten toegepast en is zeer succesvol. Na de paring stop je een kurk in het vrouwtje en verzeker je jezelf ervan dat geen enkel ander mannetje haar nog kan bevruchten.

 

bedwantsenEvolutie laat zich echter niet zo snel foppen, ze ontwikkelde een strategie om deze strategie te ondervangen. Als je zo’n vrouwtje niet meer via haar copulatieorgaan kan bevruchten dan doe je dat toch gewoon rechtstreeks, dwars door haar buikwand heen.

 

Insecten, zoals bedwantsen, hebben niet zoals wij twee gescheiden circulatiesystemen voor bloed en lymfe. Zij hebben één open systeem waardoor bloed en lymfe (hemolymfe) vrij bewegen. Een mannetje met een buitengewoon scherpe en harde penis kan een vrouwtje dwars door haar buikwand steken en zijn sperma dus rechtstreeks in haar lichaam pompen. Vandaar vindt het zijn weg wel naar haar eierstokken. Op deze manier kan een mannetje niet alleen vrouwtjes bevruchten die al zijn afgesloten door een voorganger maar hoeft hij ook veel minder moeite  te doen om bij een ongewillig vrouwtje zijn penis in de juiste positie  te manoeuvreren. Dit scheelt hem veel tijd en energie en vergroot zijn kansen op nageslacht. Het enige dat hij hoeft te doen is een vrouwtje aan te vallen, haar met zijn stiletto-vormige penis te doorboren en zijn sperma in haar te pompen. Succes verzekerd. Deze manier van voortplanten, terecht traumatische inseminatie genoemd, is nu nog de enige manier waarop veel bedwantsen zich kunnen voortplanten. Maar omdat deze copulatie het sterftecijfer van de vrouwtjes sterk verhoogde heeft de evolutie daar ook weer iets op gevonden.

 

bedwandspenisZo’n agressieve injectie met sperma zorgt voor een sterke afweerreactie bij het vrouwtje, iets wat haar gezondheid niet ten goede komt. Daarnaast zitten er ook veel bacteriën op de penis van het mannetje en zo’n open wond heeft kans om te infecteren. Zij ontwikkelde dus een speciale holte (spermalege) gevuld met een antibacteriële vloeistof die wel in verbinding staat met haar eierstokken maar niet met haar hemolymfe systeem. Als het vrouwtje daar wordt gestoken is er minder kans dat zij sterft en nemen de voortplantingskansen van het mannetje dus toe. De meeste vrouwelijke bedwantsen hebben dan ook een van buiten zichtbare spermalege waar de meeste mannetjes nu weer hun aanval op richten.

 

Het gevaar blijft natuurlijk dat een ander mannetje daar al eerder zijn sperma in het vrouwtje had gepompt. Om die reden hebben veel bedwantsen speciale geurreceptoren op hun penis waarmee ze kunnen ruiken of er al een concurrent is langs geweest. In dat geval investeert hij minder tijd en sperma aan dat specifiek vrouwtje en injecteert hij haar met een lagere dosis.

 

Er komen bij sommige bedwantsen overigens ook homoseksuele traumatische inseminaties voor. Er wordt wel gesuggereerd dat een vrouwtje, dat door een geïnjecteerd mannetje wordt bevrucht, dan het sperma van beide mannetjes ontvangt. Homoseksuele inseminatie zou dan voor nog meer voortplantingskansen kunnen zorgen. Bij bedwantsen gaat de voortplanting niet over rozen, hun seksuele evolutie leest als een wapenwedloop.

 

Lees ook: Vies zaad, Aura Seminalis en Tegengesteld gedraaide Geslachtsorganen.