De roos in mijn tuintje wordt langzamerhand tot een frame van takken en bladnerven teruggebracht. De bladwesplarven (Endelomyia of Caliroa aethiops) die er in zitten, eten alle zachte delen van de bladeren weg tot er slechts een kaal skelet overblijft.
In tegenstelling tot vlinderrupsen hebben wespenlarven of bastaardrupsen niet maximaal vijf, maar minimaal zes paar buikpoten. Deze bladwesplarven hebben met hun zeven paar buikschuivers dus te veel pootjes om een vlinderrups te kunnen zijn. Ze zijn eigenlijk doorzichtig maar door de grote hoeveelheid onverteerd blad in hun lijf lijken ze olijfgroen. Volwassen bladwespen hebben in tegenstelling tot andere wespen geen taille. De eitjes worden door de donkere wesp aan de onderkant van een blad aan de rand in een zakje gelegd. De larven eten veel en groeien snel, slechts een paar larven kunnen in enkele dagen een struik helemaal skeletteren. In rust draaien ze zich in een spiraal en als ze niet rusten eten ze. Als ze zijn volgroeid verlaten de bastaardrupsen de plant en maken ze van aarde en zand een verharde cocon in de grond. Hierin overwinteren ze als pop en in het voorjaar komen de volwassen imago’s uit de grond naar boven.
Geen reacties
Reageer: