Onze hersenen zijn gevoeliger voor rood en geel dan voor blauw. Dit is de reden dat je in actie films schutters soms met een gele bril ziet lopen. Hierdoor zien ze scherper en wordt hun zicht beter. Voor blauw zijn onze hersenen minder gevoelig. Blauw “wijkt”, het lijkt verder weg te liggen, het vraagt minder om aandacht. Bij een blauw met rood contrast creëert dit een gevoel van diepte, een effect dat veel in de schilderkunst is gebruikt. Want ook in landschappen ligt blauw vaak verder weg dan rood. Dat komt door het zogenaamde “atmosferische perspectief”. Door de verstrooiing van licht door waterdamp worden vooral de blauwe kleuren gereflecteerd. Hierdoor krijgen voorwerpen die in de verte liggen een blauwachtige kleur. Als er meer waterdamp in de atmosfeer zit wordt dit verschijnsel sterker. Op erg droge plaatsen zoals woestijnen komt dit verschijnsel dan ook haast niet voor. Omdat blauw wijkt, verder weg lijkt te liggen, geeft blauw ook meer rust dan het opdringerige rood. We reageren emotioneel op kleuren. Een blauw geschilderde kamer lijkt ruimer en voelt rustiger dan een oranje of rode kamer. Er zijn geen psychiatrische inrichtingen met dieprode, of knaloranje kamers, net als in ziekenhuizen vind je hier vaker rustgevende tinten zoals wit, lichtblauw of zachtgroen.
Veel kleuren vervagen of verbleken, en rood verbleekt sneller dan blauw. Rode stoffen, pigmenten of haren zijn minder kleurvast. Dat komt omdat ze rood zijn, ze absorberen dus het blauwe licht. Licht is energie, dat wat niet wordt gereflecteerd wordt geabsorbeerd. Het blauwe licht heeft een kortere golflengte en dus een hoger energieniveau dan rood licht. Het ultraviolette licht dat helemaal aan het einde van het blauwe spectrum ligt heeft de hoogste elektromagnetische energie, je kunt er zelfs mee steriliseren. Dat wordt in veel laboratoria ook gedaan. Materialen die het blauwe licht absorberen krijgen dus een hogere dosis energie toegevoegd en dat maakt de stoffen gevoeliger voor chemische reacties als oxidatie en verkleuring. Dit verschil in energie en golflengte tussen rood en blauw verklaart ook het kleurverschil tussen een zonsopgang en zonsondergang. Als de zon overdag recht boven ons staat gaat het licht door een dunne laag atmosfeer. Vrijwel alleen de korte golflengtes worden verstrooid en de hemel lijkt blauw. Bij zonsop- en zonsondergang strijkt het licht langs de aarde en moet het dus door een dikkere laag atmosfeer heen. Nu worden ook de langere, de rode en oranje, golflengtes verstrooid. Dit zorgt voor de mooie rode zon en luchten bij de zonsondergang. Als er meer gassen en stoffen in de atmosfeer zitten wordt er meer licht verstrooid en worden de kleuren warmer. De zonsopgang heeft vaak een veel koelere en wat meer lila kleur dan het diepere rood van de zonsondergang. Dat komt omdat er tijdens de koelere en vaak windloze nachten minder gassen, stof en roet in onze atmosfeer zitten.
Geen reacties
Reageer: