Toen dit gebouw nog leefde, zond het signalen uit die tot in Nederlands-Indië waren te horen. Maar nu is het gebouw gestript en dood, alles wat het nut gaf is eruit verdwenen. Wat overblijft is een gebouw dat net zo levenloos als leeg is. Tijdens zijn hoogtijdagen liepen er van overal uit het gebouw dikke draden die als de electroden van een gigantische elektro-encefalogram bij elkaar kwamen en in een enorme antenne uitmondde. Via die antenne werden berichten met ontzaglijk veel energie de ether in geslingerd en communiceerde men met haar zustergebouw in Bandoeng.
Het iconische gebouw en haar infrastructuur zijn tussen 1918 en 1965 aangelegd. Het complex kon niet van hout en ijzer worden gemaakt, omdat de enorme hoeveelheden energie die er in het gebouw werden opgewekt, ervoor konden zorgen dat ijzeren nagels zo heet zouden worden dat ze een houten constructie in brand konden steken. De grote hal met de enorme dynamo werd in 1920 door Julius Luthmann ontworpen, het hele gebouw werd uit beton opgetrokken en geld speelde geen rol. In 1923 werd het hoofdgebouw als lange-golfzender in dienst genomen en op 7 januari 1929 legde koningin Emma met de beroemde woorden: “Hallo Bandoeng hoort u mij?”, voor het eerst radiotelefonisch verbinding met Nederlands-Indië. Later kon men ook met Suriname, Curaçao, Noord- en Zuid Amerika, Japan en de meeste andere Europese landen communiceren. Tijdens de oorlog werd het zendstation door de Duitse bezetters gebruikt voor spionage en communicatie met hun onderzeeërs. Na de oorlog heeft het nog een tijdje een rol gespeeld in de communicatie met onze scheepvaart, maar door de opkomst van betere technologieën verloor het al snel zijn nut en besloot men het uiteindelijk te ontmantelen. In 1980 werd de laatste mast gesloopt en op 31 december 1998 viel het definitief stil.
Het gebouw is prachtig ontworpen, als je er doorheen loopt, merk je dat alles aandacht heeft gekregen en dat er veel tijd is gestoken in de onderlinge verhoudingen en het architecturale vormen- en lijnenspel. Hoewel ik al aardig wat foto’s van het gebouw had gezien, was ik toch onder de indruk. Afhankelijk van hoe ik er naar keek verschoof het perspectief en bood het nieuwe en verrassende versies van zichzelf die qua sfeer schommelden tussen dystopisch en utopisch. Soms leek het overweldigend groot en soms claustrofobisch klein, soms deed het me aan een oude Maja-tempel denken, soms aan een lege machinefabriek. Ik heb er heerlijk kunnen fotograferen en werd regelmatig verrast door het complexe vlakken- en lijnenspel, dat schijnbaar onbedoeld, toch steeds in balans bleef.
Momenteel staat het gebouw als een betonnen puist midden in een lege, met bossen omzoomde, cirkelvormige vlakte. Hoewel deze vlakte ooit met veel mankracht en moeite is leeggehaald om ervoor te zorgen dat niets de signalen kon verstoren, voelt het nu alsof het gebouw nog steeds verantwoordelijk is voor het in stand houden van de leegte die er als een explosiezone omheen ligt.
Nu alle bedrading, antennes en machinerie zijn verdwenen blijft er een imposant maar doods gebouw over, leeg en verlaten, dat soms nog wordt gebruikt als filmset, voor een evenement of bijeenkomst en waar bezoekers met een gids een rondleiding kunnen krijgen, maar waarbij elke link met het energieke verleden volledig is verbroken. Het gebouw had, net als het monster van Frankenstein, veel energie nodig om tot leven te komen, maar nu die leven-gevende bliksem is verdwenen, ligt het als een lege schedel in het zand.
Klik hier voor meer foto’s van Radio Kootwijk, en klik hier voor meer foto’s van Urbex en locaties.
Geen reacties
Reageer