Deze forse venusschelp (veneriidae) heeft een buitengewoon dikke schelp. Hoewel dit exemplaar maar 11 cm groot is, weegt de lege schelp toch ruim 500 gram. Samen met het grote heterodonte slot met cardinale en laterale tanden in beide kleppen zorgt dit ervoor dat je hem niet zo maar open krijgt. De schelp is algemeen en buiten haar gewicht herkenbaar aan de smalle rijen van dunne ribbels die als een fijn stiksel in de groeirichting over de schelp lopen. Ze komen voor bij de Filipijnen en geven de voorkeur aan ondiepe wateren.
Deze schelp wordt in de literatuur meestal aan Hanley (1844 of 1845) toegeschreven. Hoewel je soms ook de vermelding Sowerby (1825) tegenkomt. Sylvanus Charles Thorp Hanley (1819-1899) heeft zo’n veertig boeken en essays over schelpen geschreven en bracht het allereerste schelpenboek met foto’s uit. George Brettingham Sowerby was één van de beroemdste schelpenillustrators van zijn tijd en heeft als conchologist ook veel nieuwe soorten beschreven. Zowel hij als zijn twee zonen dragen dezelfde naam maar hebben zich op dezelfde manier verdienstelijk gemaakt. Het is dan ook vrijwel onmogelijk om deze drie Sowerby’s uit elkaar te houden.
Geen reacties
Reageer