De nu vooral als Japans bekend staande papiervouwkunst van origami komt oorspronkelijk uit China. Kort na de uitvinding van papier begon men dit te vouwen en kwam men tot de conclusie dat je uit een vierkant stukje papier met slechts enkele vouwen al de meest complexe en intrigerende vormen kon maken. Deze vouwkunst verspreidde zich naar Japan waar men het volledig opnam in de manier van denken en ontwerpen. Pure origami gaat uit van een vierkant stuk papier waarin niet mag worden geknipt. Om de vormen die men hiermee maakt wat natuurlijker te laten overkomen werkt men soms ook met bevochtigd papier en spreekt men van wet-folding origami. Dit stelt de vouwer in staat om ook zachte rondingen te maken. Als men echter in het papier gaat knippen of snijden spreekt men niet meer van origami maar van kirigami en als men meerdere velletjes papier met elkaar combineert om nog complexere structuren te maken spreken we van modulaire origami. De eenvoudige lijnen en gekantelde vlakken van het gevouwen papier hebben door de eeuwen heen de meest uiteenlopende ontwerpers geïnspireerd. Je vindt origami dan ook terug in de ontwerpen van verpakkingen, kleding, meubilair en verlichting.
Ook in deze kunstvorm zijn er kunstenaars die zich net als bij het Jirai Okimono hebben toegelegd op het maken van kevers. Je kunt je bijna niet voorstellen dat deze ontwerpen met poten, antennes en kaken uit slechts één vierkant velletje papier, zonder er in te knippen, zijn gemaakt. Ze zijn zo levensecht dat een kenner ze gemakkelijk tot op soortennaam kan determineren.
Moderne origami-ontwerpers maken steeds meer gebruik van computers. Hiermee berekenen ze de vouwlijnen en vouwen ze het papier voor. Het ontwerp kan dan door meerdere vouwen in één keer naar elkaar toe te bewegen nog complexere vormen aan nemen, zoals een kreeft, of Yoda, compleet met wandelstok.
Lees ook: Jizai Okimono en Oritsunagumono.
Geen reacties
Reageer